132 Checklist installatie
Zorg er voor dat ...
De isolatieweerstand van de voedingskabel, de motorkabel en de motor wordt gemeten
volgens de plaatselijke voorschriften en de handleiding van de omvormer.
Controleer of de omvormer correct is bevestigd aan een vlakke, verticale, onbrandbare
wand.
De koellucht moet vrij in en uit de omvormer kunnen stromen.
Als de drive op een ander netwerk dan een symmetrisch geaard TN-S systeem is aangeslo-
ten: U hebt alle vereiste aanpassingen gedaan (misschien moet u bijvoorbeeld het EMC-
filter of de aarde-naar-fase-varistor loskoppelen). Zie de instructies voor elektrische instal-
latie.
Geschikte AC-zekeringen en ontkoppelinrichting zijn geïnstalleerd.
Tussen de omvormer en de verdeler bevindt zich een voldoende grote aardegeleider(s),
de geleider is aangesloten op de juiste klem en de klem is met het juiste aanhaalmoment
vastgezet.
De aarding is ook gemeten volgens de voorschriften.
De ingangskabel is aangesloten op de juiste klemmen, de fasevolgorde is correct en de
klemmen zijn vastgezet met het juiste aanhaalmoment.
Er is een veiligheidsaarde-geleider met voldoende afmetingen tussen de motor en de
omvormer. De geleider is aangesloten op de juiste terminal en is met het juiste aanhaal-
moment aangedraaid.
De aarding is ook gemeten volgens de voorschriften.
De motorkabel is aangesloten op de juiste klemmen, de fasevolgorde is correct, en de
klemmen zijn vastgezet met het juiste aanhaalmoment.
De motorkabel is uit de buurt van andere kabels geleid.
Er zijn geen condensatoren voor arbeidsfactorcompensatie op de motorkabel aangesloten.
Als een externe remweerstand op de omvormer is aangesloten: Er is een voldoende grote
aardegeleider tussen de remweerstand en de omvormer, en de geleider is aangesloten
op de juiste klem, en de klemmen zijn met het juiste aanhaalmoment vastgezet. De aarding
is ook gemeten volgens de voorschriften.
Als er een externe remweerstand aangesloten is op de omvormer: De remweerstandkabel
is aangesloten op de juiste klemmen, en de klemmen zijn vastgedraaid met het juiste
aanhaalmoment.
Als er een externe remweerstand aangesloten is op de omvormer: De remweerstandskabel
is uit de buurt van andere kabels geleid.
De besturingskabels worden op de juiste klemmen aangesloten en de klemmen worden
met het juiste aanhaalmoment aangedraaid.