8.5.4
3-wegklep (passend accessoire)
Voor de systeemoplossing is een 3-wegklep (E11.Q12) nodig, om het
buffervat niet te koelen.
Afb. 16 Doorstroomrichtingen 3-wegklep
In koelbedrijf is het contact gesloten, de doorlaat A is geopend en het
buffervast wordt gepasseerd.
Afb. 17
PKSt-1 – 6721849498 (2022/05)
6 720 617 643-06.1I
6 720 641 553-06.1I
In verwarmingsbedrijf is het contact geopend, aansluiting B is open en
de doorstroming verloopt door het buffervat.
Afb. 18
De 3-wegklep heeft een Molex-steekverbinder. Op de Molex- steekver-
binder zijn alleen de aansluitklemmen 2, 6 en 3 bezet.
N
Y
L
Afb. 19
8.6
Vullen van de cv-installatie
▶ De cv-installatie voor de aansluiting spoelen, om verontreinigingen,
restanten afdichtingsmateriaal en dergelijke te verwijderen. De op-
hoping van restanten kan een algemene storing veroorzaken.
▶ De voordruk van het expansievat moet door de klant op de statische
hoogte van de cv-installatie worden ingesteld.
▶ De radiatorkranen openen.
▶ De afsluiter van het filter openen en de cv-installatie tot een druk van
1 - 2 bar vullen.
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Vul de cv-installatie opnieuw tot een druk van 1- 2 bar.
▶ De lekdichtheid van alle verbindingen controleren.
Installatie
0010043367-001
2
6
3
6 720 617 643-10.2I
15