HALOGEENKOPLAMPEN:
A
Omdat het demonteren van beschermkap-
pen nodig is, adviseren wij het vervangen
van de lampen over te laten aan een merk-
dealer.
Zorg dat u altijd een doos met reserve-
lampen en -zekeringen in de auto hebt,
deze is verkrijgbaar bij uw merkdealer.
5.12
vervangen van een lamp (1/2)
2
1
Dimlicht/Grootlicht
Draai de kap A of B een kwart slag linksom
en maak daarna de stekker 1 of 3 los.
Maak de klem 2 of 5 los door ertegen te
drukken en bouw de lamphouder uit.
Vervang de lamp.
Voordat er werkzaamheden in
de motorruimte worden ver-
richt, moet de motor worden
afgezet (en niet op stand-by
worden gezet): zet de motor af (raad-
pleeg de paragraaf "Starten, stoppen
van de motor" in hoofdstuk 2).
Lamptype: gebruik uitsluitend anti-UV
lampen van 55 W om de plastic ruit van de
koplampen niet te beschadigen.
3
Dimlicht 1 → H7
Grootlicht 3 → H1
4
Raak het lampglas niet met de vingers
aan. Houd de lamp vast aan het metalen
deel.
Vergeet niet, na het vervangen van de lamp,
de kap terug te plaatsen.
5
draaien.
Risico van verwonding.
De lampen staan onder druk
en kunnen openbarsten bij het
vervangen.
Risico van verwonding.
Let op bij werkzaamheden
dicht bij de motor, deze kan
nog warm zijn. Bovendien kan
de ventilateur onverwacht gaan