BRANDSTOFTANK
(3/3)
Vullen van de tank
Draai de dop van de brandstoftank linksom
om hem te openen. Steek voordat u met
tanken begint het vulpistool verder in de
opening tot het niet verder kan (gevaar van
spatten).
Houd tijdens het tanken het vulpistool in
deze stand tot u klaar bent met tanken. Na
het automatisch afslaan van de pomp als de
tank vol is, mag u het vulpistool niet meer
dan twee keer opnieuw inschakelen, omdat
er voldoende ruimte in de tank moet over-
blijven voor het uitzetten van de brandstof.
Let op dat bij het tanken geen water bij de
brandstof komt. De dop van de brandstof-
tank en zijn omgeving moeten schoon blij-
ven.
Benzinemotor
Schade die ontstaan is als gevolg van het
tanken van loodhoudende benzine wordt
niet door de fabrieksgarantie gedekt.
Om te voorkomen dat er abusievelijk lood-
houdende benzine wordt getankt, heeft de
vulhals een nauwe doorlaat met een veilig-
heidssysteem waarin alleen een vulpistool
met ongelode benzine past.
1.78
2
Auto uitgerust met de functie Stop
and Start
Voordat brandstof wordt getankt, moet
de motor worden afgezet (en niet op
stand-by worden gezet): zet de motor
af met een druk op de motorstopknop 2
(raadpleeg de paragraaf "Starten/stop-
pen van de motor" in hoofdstuk 2).
Aanhoudende stank
van brandstof
In geval van een aanhoudende
stank van brandstof, moet u:
– onmiddellijk stoppen, rekening hou-
dend met het overige verkeer en het
contact afzetten;
– de alarmknipperlichten aanzetten en
alle passagiers uit laten stappen en
ze ver van het verkeer houden;
– roep de hulp in van een merkdealer.
Wijzig of repareer niet zelf het
brandstofsysteem (rekeneen-
heden, bedrading, brandstof-
circuit, inspuitstukken of ver-
stuivers, beschermkappen) vanwege de
grote gevaren voor de veiligheid die hier-
door kunnen ontstaan. Laat deze werk-
zaamheden uitsluitend door uw merk-
dealer uitvoeren.