3 kabeluitsparing
d. Bevestig het station aan de stationshouder met vier schroeven, twee aan elke zijde.
e. Bevestig de Y-adapter van de stroomkabel op de vaste schijven die op de houder zijn gemonteerd.
1
Y-adapter van de stroomkabel
f. Installeer de stationshouder in de stationsbehuizing door de ontgrendelingslipjes op de behuizing iets naar buiten te duwen en de pinnen aan
de binnenkant van de behuizing uit te lijnen met de gaten aan de zijkanten van de stationshouder. De platte kant van de houder moet tijdens
het installeren van de vaste schijf en de behuizing richting de systeemkaart wijzen.
g. Installeer de vaste schijf en behuizing in het chassis (zie
4. Controleer of alle kabelconnectoren correct zijn geplaatst en dat de kabels door de kabelgeleiders zijn geleid.
5. Voer de procedure
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
6. Schakel de stroom weer in en sluit de I/O-apparaten weer aan op de computer, indien nodig.
7. Voer de volgende stappen uit:
a. Zet de computer aan.
b. Wanneer de computer wordt opgestart, drukt u op F2 wanneer hierom wordt gevraagd, om het System Setup-programma te gaan (zie de
Dell™-technologiehandleiding voor meer informatie).
c. Selecteer in het menu Settings (Instellingen) de optie Drives (Station) en selecteer Drives (Stations) in het submenu.
d. Schakel de SATA1-poort in, indien nodig, om ondersteuning te bieden aan een secundaire vaste schijf. Als u enige instellingen hebt gewijzigd,
klikt u op Apply (Toepassen).
e. Controleer of de SATA-poortgegevens juist worden weergegeven.
f. Als er een primaire vaste schijf is geïnstalleerd waarvan niet kan worden opgestart, plaatst u een opstartbaar medium in het opstartstation.
g. Klik op Exit (Afsluiten).
8. Indien nodig, drukt u op F12 wanneer de computer wordt opgestart om het Boot Drive Menu (Menu van het opstartstation) te openen. Selecteer een
opstartstation en ga verder.
9. Wanneer het besturingssysteem wordt geladen, moet u het nieuwe station indien nodig partitioneren en logisch formatteren.
OPMERKING:
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor instructies.
10. Test de vaste schijf door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie de Dell™-technologiehandleiding).
11. Installeer een opstartbaar besturingssysteem op de primaire vaste schijf, indien nodig. Zie de documentatie die bij het besturingssysteem is geleverd.
De vaste schijf en de behuizing terugplaatsen
1. Sluit de P3-voedingskabel van de voedingseenheid aan op de stations.
2. Als er één vaste schijf is geïnstalleerd in de vaste-schijfbehuizing, sluit u de SATA-gegevenskabel aan op het station en op de SATA0-connector op de
systeemkaart.
3. Zijn er twee vaste schijven geïnstalleerd in de vaste-schijfbehuizing, dan sluit u de SATA-kabel van het primaire station aan op de SATA0-connector op
de systeemkaart en de SATA-kabel van het secundaire station op de SATA1-connector.
4 schroeven (4)
uit.
De vaste schijf en de behuizing
terugplaatsen).