6. Druk het stationontgrendelingslipje naar beneden en schuif het diskettestation richting de achterkant van de computer. Verwijder het dan uit het
chassis.
7. Als het station niet wordt vervangen door een ander apparaat:
a. Ontkoppel de stationgegevenskabel van de connector op de systeemkaart en verwijder deze uit het chassis.
b. Verwijder het montagekader (zie
c. Indien aanwezig installeert u een inzetstuk in het montagekader om het stationscompartiment af te dekken.
d. Verwijder de steunschroeven uit het station en schroef deze vast aan de binnenkant van het montagekaderinzetstuk.
e. Plaats het montagekader terug (zie
f. Voer de procedure
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
Een diskettestation plaatsen
1. Als u een diskettestation installeert in een compartiment dat niet in gebruik was:
Voer de procedure
Voordat u aan de computer gaat werken
l
Verwijder het montagekader (zie
l
Verwijder het inzetstuk van het diskettestationcompartiment uit het montagekader (zie
l
Verwijder de steunschroeven uit het stationcompartimentinzetstuk en schroef deze vast aan het diskettestation.
l
2. Als u een ander diskettestation installeert, verwijdert u de drie steunschroeven uit het verwijderde diskettestation en schroeft u deze vast aan het
nieuwe diskettestation.
3. Lijn de schroeven op het station uit met de beugelsleuven in de computer en plaats het station voorzichtig in het station totdat deze op zijn plaats klikt.