De ventilator en de behuizing verwijderen en terugplaatsen
De ventilator en de behuizing kan worden verwijderd en worden teruggeplaatst zonder dat u de warmteafleiding hoeft te verwijderen.
1. Voer de procedure
Voordat u aan de computer gaat werken
2. Koppel de kabel van de ventilator los van de systeemkaart (zie
3. Verwijder de vier zwarte schroeven waarmee de ventilator en de behuizing aan de warmteafleiding zijn bevestigd.
4. Til de ventilator en de behuizing omhoog en uit het chassis.
1
ventilator en behuizing
5. Plaats de nieuwe ventilator en de behuizing op de warmteafleiding, waarbij u de schroefgaten in de behuizing uitlijnt met de gaten in de
warmteafleiding.
6. Bevestig de behuizing op de warmteafleiding met de vier zwarte schroeven die u eerder hebt verwijderd.
7. Steek de ventilatorkabel in de juiste connector op de systeemkaart (zie
8. Voer de procedure
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
Terug naar inhoudsopgave
uit.
2
schroeven ventilatorbehuizing (4)
uit.
Onderdelen van de
systeemkaart).
Onderdelen van de
systeemkaart).