1
systeembatterij
2
positieve kant van de batterijconnector
3
batterijsocketlipje
4
batterijsocket
6. Plaats de nieuwe systeembatterij.
a. Ondersteun de batterijconnector door stevig op de positieve kant van de connector te duwen.
b. Houd de batterij vast met de pluskant boven en schuif de batterij onder de klemmen aan de positieve kant van de connector.
c. Duw de batterij recht omlaag in de connector totdat deze op zijn plaats klikt.
7. Voer de procedure
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
8. Ga naar het System Setup-programma (zie de Dell™-technologiehandleiding) en herstel de instellingen die u hebt vastgelegd in stap 1.
9. Verwerk de oude batterij op de juiste manier, zoals is beschreven in de veiligheidsinformatie die bij de computer is geleverd.
Terug naar inhoudsopgave
uit.