OPMERKING:
Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd over kabelaansluitingen.
11. Ga als volgt te werk als u een geluidskaart hebt geplaatst:
a. Ga naar het System Setup-programma, selecteer Integrated Audio (Geïntegreerde audio) uit de groep Onboard Devices (Ingebouwde
apparatuur) en verander de instelling in Off (Uit) (zie de Dell™-technologiehandleiding).
b. Sluit externe audioapparaten aan op de connectoren van de geluidskaart. Sluit geen externe audioapparaten aan op de line-in- connector op het
achterpaneel van de computer.
KENNISGEVING:
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op de netwerkaansluiting of het netwerkapparaat en sluit u de
kabel vervolgens aan op de computer.
12. Ga als volgt te werk als u een netwerkadapterkaart hebt geplaatst en de geïntegreerde netwerkadapter wilt uitschakelen:
a. Ga naar het System Setup-programma, selecteer Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkadapter) uit de groep Onboard Devices (Ingebouwde
apparatuur) en verander de instelling in Off (Uit) (zie de Dell™-technologiehandleiding).
b. Sluit de netwerkkabel aan op de connectoren van de netwerkadapterkaart. Sluit de netwerkkabel niet aan op de geïntegreerde
netwerkconnector op het achterpaneel van de computer.
KENNISGEVING:
Als u de geïntegreerde netwerkadapter uitschakelt, beschikt u niet over de AMT-functie.
13. Installeer de benodigde stuurprogramma's voor de kaart zoals beschreven in de kaartdocumentatie.
Een PCI-kaart verwijderen
1. Voer de procedure
Voordat u aan de computer gaat werken
OPMERKING:
Zie voor PCI-kaartlocaties
2. Duw voorzichtig aan de binnenkant van het kaartvergrendelingsmechanisme op het ontgrendelingslipje om de vergrendeling open te kantelen.
3. Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.
4. Pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek hem voorzichtig uit de connector.
1
vergrendelingsmechanisme kaart
3
kaart
5
kaartconnector
5. Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert.
OPMERKING:
Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels
houden stof en vuil tegen en zorgen dat de ventilatie voor de koeling van de computer behouden blijft.
6. Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:
De bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de uitlijningsstreep.
l
uit.
Onderdelen van de
systeemkaart.
2
ontgrendelingslipje
4
kaartrandconnector