Inhoudsopgave
Advertenties
9
KALIBRATIE
9.3.4
Mogelijke vereenvoudigingen bij kalibratiegassen
128
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | S700
Lucht als kalibratiegas
In sommige gevallen kan voor de kalibratie atmosferische verse lucht worden gebruikt.
Neem de volgende aanwijzingen in acht:
Indien een meetgaskoeler in de meetgastoevoer wordt gebruikt en uw S700 met interne
●
H
O-kruisgevoeligheidscompensatie werkt
2
pensatie", blz.
26), moet de lucht niet direct naar de S700 worden geleid, maar via de
meetgaskoeler
(zie "Correcte toevoer van de kalibratiegassen", blz.
Indien uw S700 voor de O
●
geschikt voor de nulpuntkalibratie, want lucht bevat O
gevoeligheidskalibratie gebruiken, als dit binnen de specificaties van het meetbereik
valt.
Indien uw S700 voor de O
●
puntkalibratie van de O
meting", blz.
25). In dat geval blijft het mogelijk om lucht voor de nulpuntkalibratie van
de overige meetcomponenten te gebruiken: stel hiervoor de streefwaarden voor nulgas
zo in dat
van de nulpuntkalibratie is uitgesloten
O2
tiegassen instellen", blz.
Kalibratiecuvet (UNOR/MULTOR)
De analysatormodules UNOR en MULTOR kunnen met een "kalibratiecuvet" zijn uitgerust
(zie "Kalibratiecuvet voor analysatormodules UNOR en MULTOR", blz.
u voor routinekalibraties alleen een nulgas nodig. Wanneer lucht als nulgas kan worden
gebruikt, hebt u voor routinekalibraties alleen lucht nodig.
OXOR-E + UNOR/MULTOR met kalibratiecuvet
Als uw S700 deze uitrusting heeft en de eindwaarde van het fysische O
stens 21 vol.-% bedraagt, kunt u routinekalibraties met lucht als enig kalibratiegas uitvoe-
ren. Gebruik de lucht voor de nulpuntkalibratie van UNOR en MULTOR, evenals voor OXOR-E
(O
-meting) voor de gevoeligheidskalibratie. Activeer de kalibratiecuvet voor de gevoelig-
2
heidskalibratie van UNOR/MULTOR.
Zo bereidt u een automatische kalibratie voor deze procedure voor:
Stel de streefwaarden voor nulgas zo in dat O
1
(streefwaarde voor
O2
blz.
136).
Gebruik een van de testgassen voor de gevoeligheidskalibratie van O
2
gas de volgende streefwaarden in:
– Streefwaarde voor
– Streefwaarden voor alle overige meetcomponenten = "
Verbind de schakeluitgang voor dit testgas met de schakeluitgang voor het nulgas.
3
Sluit de overige testgassen uit van de kalibratie
4
ren", blz.
135).
Activeer in hetzelfde menu de kalibratiecuvet (streefwaarden van de kalibratiecuvet
5
"Kalibratie van de kalibratiecuvet (optie)", blz.
Zo is dan het verloop van een automatische kalibratie:
Lucht wordt als
1
nulgas
Lucht wordt als
2
testgas
3
Kalibratiecuvet
(zie "Kruisgevoeligheids- en draaggascom-
-meting de analysatormodule OXOR-P gebruikt, is lucht niet
2
-meting de analysatormodule OXOR-E gebruikt, kan de nul-
2
-meting komen te vervallen
2
136).
2
: "
";
zie "Streefwaarden van de kalibratiegassen instellen",
-.-
:
(O
O2
20.9 vol.%
2
150).
toegevoerd: nulpuntkalibratie voor UNOR/MULTOR.
toegevoerd: gevoeligheidskalibratie voor OXOR-E.
wordt geactiveerd: gevoeligheidskal. voor UNOR/MULTOR.
129).
. U kunt lucht echter wel voor de
2
(zie "Analysatormodules voor O2-
(zie "Streefwaarden van de kalibra-
24). In dat geval hebt
-meetbereik min-
2
van de nulpuntkalibraties is uitgesloten
. Stel voor dat test-
2
-gehalte van atmosferische lucht).
".
-.-
(zie "Automatische kalibraties configure-
8018015/AE00/V3-0/2019-10 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
zie
Advertenties
Inhoudsopgave
