9
KALIBRATIE
9.8
Speciale kalibraties
9.8.1
Volledige kalibratie
144
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | S700
Geldt alleen voor analysatoren met de optie "interne kruisgevoeligheidscompensatie".
Noodzakelijkheid van een volledige kalibratie
Voer bij analysatoren die met de optie "interne kruisgevoeligheidscompensatie" werken, in
de volgende tijdsintervallen een volledige kalibratie uit:
voor meetcomponenten SO
●
voor andere meetcomponenten: regelmatig om de twee jaar
●
Bovendien moet er een volledige kalibratie worden uitgevoerd
na het afstellen, veranderen of vervangen van een analysatormodule
●
na een firmware-update naar softwareversie 1.26 of 1.27
●
Procedure van een volledige kalibratie
Voer na elkaar twee kalibratieprocedures uit –
een basiskalibratie
(zie blz.
1
een kalibratie van de kruisgevoeligheidscompensaties
2
– en neem hierbij de volgende regels in acht:
Zuivere testgassen gebruiken: gebruik voor elke meetcomponent een individueel "zui-
●
ver" testgas (mengsel van nulgas en de betreffende meetcomponent). Gebruik geen
testgasmengsels.
Testgassen droog toevoeren: voer de kalibratiegassen direct aan de gasanalysator toe,
●
niet door de meetgaskoeler (indien voorhanden).
H
O-kalibratie: als de S700 met een analysatormodule van het type MULTOR is uitge-
●
2
rust die zowel SO
als ook NO meet, dient u de kalibratieprocedures ook voor de meet-
2
component H
O uit te voeren.
2
, NO, H
O: regelmatig een keer per jaar
2
2
145) voor elke meetcomponent van de S700
(zie blz.
154)
8018015/AE00/V3-0/2019-10 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden