8.5.2
Dynamische demping instellen
8018015/AE00/V3-0/2019-10 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
Functie
In tegenstelling tot de normale demping
matisch gedeactiveerd als de meetwaarde snel aanzienlijk verandert. Zo kunt u voortdu-
rende, lichte schommelingen van de meetwaarden "gladmaken", terwijl snelle meetwaarde-
wijzigingen toch onmiddellijk worden weergegeven.
Het dynamische gedrag wordt geregeld met de reactiedrempel: bij een dynamische dem-
ping controleert de S700 voortdurend het verschil van twee elkaar opvolgende meetwaar-
den uit de interne meetwaardeverwerking; indien het verschil groter is dan de reactiedrem-
pel, wordt de dynamische demping gedeactiveerd. Met als gevolg:
– Als de meetwaardeverschillen groter blijven dan de reactiedrempel (d.w.z. als de meet-
waarde aanhoudend snel verandert), loopt het effect van de dynamische demping snel
uit en beïnvloedt de reactietijd niet meer.
– Zodra de meetwaardeverschillen weer onder de reactiedrempel blijven (d.w.z. als de
meetwaarden nog maar weinig veranderen), begint het effect van de demping geleidelijk
weer.
Functie-eigenschappen
Tijdconstante van de demping en reactiedrempel kunnen individueel voor elke meetcom-
●
ponent worden ingesteld.
De reactiedrempel is altijd relatief aan de meetperiode van het actuele outputbereik van
●
de toegekende meetwaarde-uitgang.
De dynamische demping heeft effect op de meetwaarde-uitgangen en de meetwaarde-
●
weergaven op het display.
De dynamische demping is ook tijdens de kalibraties actief.
●
Instelling van de tijdconstanten
Roep menu 6971 op (
1
→
dyn. damping
Selecteer de meetcomponent, waarvoor de instelling moet gaan gelden.
2
Stel de gewenste tijdconstante in (1 ... 120 s).
3
Instelling van de reactiedrempel
Roep menu 6972 op (
1
→
dyn. damping
Selecteer de meetcomponent, waarvoor de instelling moet gaan gelden.
2
Stel de gewenste reactiedrempel in. – Instelbereik: 0.0 ... 10.0% van de meetperiode van
3
het outputbereik. 0.0 % = geen dynamische demping.
VOORZICHTIG: risico van een verkeerde kalibratie
Het kalibratiemeetinterval moet minstens 150 ... 200% van de ingestelde demping-tijd-
constante bedragen.
▸
Als de demping nieuw is ingesteld of vergroot is: controleer of het kalibratiemeetin-
terval moet worden aangepast
(zie blz.
88) wordt de "dynamische demping" auto-
→
main menu
settings
).
time constant
→
main menu
settings
).
dyn. threshold
(zie blz.
139).
EXPERT-FUNCTIES
→
→
→
[9 ]
[code]
→
→
→
[9 ]
[code]
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | S700
8
89