9
KALIBRATIE
9.6
Weergave van de kalibratiegegevens
142
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | S700
Functie
U kunt de gegevens die bij de laatste kalibratie zijn vastgesteld en opgeslagen ter controle
oproepen – afzonderlijk voor elke meetcomponent.
Procedure
Selecteer
1
main menu
show cal data
1 O2
2 CO2
3 NO
-Z-
D: 31.08.04 31.08.04
T
11.30.00 11.31.30
N
0.00
300.00
R
0.68
300.09
Drift in %
abs.:
0.23
dif.:
00:02
Back: ESCAPE
[1] = "procentpunten" (dif
= abs
X
Indien er na de laatste drift-reset
(zie "Basiskalibratie", blz.
bratiegegevens weergegeven. (Geldt ook voor gloednieuwe apparaten.)
Een berekend driftverschil stemt overeen met de verhoudingen van testwaarde en
streefwaarde. Het verschil van de gevoeligheidsdrift is hierbij altijd in verhouding tot de
grotere van beide waarden berekend.
– Voorbeeld 1: de testgasstreefwaarde is 100 ppm.
De testwaarde bij de kalibratie was 98 ppm.
Gevoeligheidsdrift = (98-100)/100 = –2,00%
– Voorbeeld 2: de testgasstreefwaarde is 100 ppm.
De testwaarde bij de kalibratie was 102 ppm.
Gevoeligheidsdrift = (102-100)/102 = +1,96 %
Met deze methode worden de fysische driften in positieve en negatieve richting mathe-
matisch verschillend gewogen. Effect: als er een fysische drift is opgetreden en deze
dan met dezelfde waarde weer is teruggegaan, staat ook de berekende absolute drift
weer op de oorspronkelijke waarde. Zonder de verschillende mathematische weging zou
de absolute drift hierna van de oorspronkelijke toestand afwijken en in dit opzicht dan
niet meer de daadwerkelijke fysische toestand van het meetsysteem representeren.
De S700 controleert bij elke kalibratie automatisch of een driftwaarde groter is dan
●
de betreffende driftgrenswaarde
dit het geval is, wordt er een foutmelding weergegeven.
Het is niet zinvol om voortdurend stijgende driften steeds weer rekenkundig te com-
●
penseren. Als een absolute drift zeer groot geworden is, moet de betreffende analy-
satormodule worden geïnspecteerd en opnieuw worden afgesteld (bijv. reinigen,
basiskalibratie uitvoeren). – U kunt de driftwaarden automatisch controleren
"Drift-grenswaarden instellen", blz.
→
→
calibration
Kies de gewenste meetcomponent.
← nulpunt/gevoeligheid (tabelkop)
-S-
← datum aan het einde van de laatste kalibratie
← tijdstip aan het einde van de laatste kalibratie
← streefwaarden bij de laatste kalibratie
← actuele waarden bij de laatste kalibratie
← absolute driften (uitleg
-0.20
← driftverschillen
-0.03
Om deze weergave te beëindigen: druk op [ Esc ].
– abs
).
X
X-1
(zie "Drift-reset", blz.
145) nog geen kalibratie is uitgevoerd, worden er geen kali-
(zie "Drift-grenswaarden instellen", blz.
137).
.
show cal. data
zie "Drift weergeven", blz.
[1]
t.o.v. de vorige kalibratie
143) of de laatste basiskalibratie
8018015/AE00/V3-0/2019-10 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
80)
137). Indien
(zie