Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening En Functie; Toetsen; Menupunten Kiezen En Waarden Instellen; Menustructuur - Resol DeltaSol BX Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

BX
DeltaSol
®
3

Bediening en functie

3.1

Toetsen

1
7
4
2
5
6
3
3.2
Menupunten kiezen en waarden
instellen
3.3

Menustructuur

Statusniveau
INIT
FLLZ
STAB
TKOL
TSLR
...
Menuniveau
ANL
BEL1
BEL2
KOL
KOL1
KOL2
BLOGI
Instelniveau
DT E
DT A
DT S
ANS
S MAX
SMAXS
...
De regelaar wordt bediend met de 7 toetsen naast de
uitlezing die de volgende functies hebben:
Toets
1
- Naar boven scrollen
Toets
- Naar beneden scrollen
3
Toets
- Verhogen van instelwaarden
2
Toets
- Reduceren van instelwaarden
4
Toets
- Bevestigen
5
Toets
- Menutoets voor het wisselen tussen status- en
6
menuniveau
Toets
- Escapetoets om terug te gaan naar het voor-
7
gaande menu
Bij normaal bedrijf van de regelaar bevindt zich de display
in het statusniveau.
Om van het statusniveau in het menuniveau te komen op
toets 6 drukken.
De aanduiding komt dan in het niveau met de selecteerbare
menu's. Om de parameters van een menupunt te wijzigen
het menupunt kiezen en op toets 5 drukken. De regelaar
komt in het instelniveau. De instelkanalen zijn gemarkeerd
door de aanduiding
.
Î Het gewenste instelkanaal met de toetsen
kiezen
Î Keuze met toets
bevestigen,
5
modus)
Î De waarde / de functie resp. optie met de toetsen
en
instellen
4
Î Keuze met toets
bevestigen,
5
ononderbroken, de instelling is opgeslagen
Wanneer langere tijd niet op een toets gedrukt is, wordt de
instelling afgebroken en de voorgaande waarde gehandhaafd.
De menustructuur van de regelaar is verdeeld in meerdere
niveaus: het statusniveau, het menuniveau en het instelniveau.
Het statusniveau bestaat uit afzonderlijke aanduidingskana-
len, waarin waarden en meldingen vermeld worden.
Het menuniveau is samengesteld uit afzonderlijke menu-
punten die wederom samengesteld zijn uit ondermenu's en
instelkanalen. Elk van deze menupunten vormt een functie
of een optie en kan gekozen worden. Door de keuze van
een functie of optie komt men in het instelniveau waarin de
betrokken parameters van de functie of optie te vinden zijn.
Om een functie te activeren resp. te activeren moet deze in
het menuniveau gekozen worden. De aanduiding komt dan
in het instelmenu waarin alle noodzakelijke instelwaarden
ingesteld kunnen worden.
Bij normaal bedrijf van de regelaar bevindt de uitlezing zich
in het statusniveau.
en
3
1
knippert (instel-
2
verschijnt weer
69|

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave