BX
DeltaSol
®
7. Opwarming reservoir 2
Î De opwarming van reservoir 2 bij- of uitschakelen.
Nota:
De opwarming reservoir 2 kan alleen ingesteld
worden, wanneer in het onderkanaal ANL een
systeem met 2 reservoirs of een reservoir met
stratificatie gekozen is.
8. Soort pompaansturing:
Î De soort pompaansturing voor PUMP1 instellen
De instelling eveneens voor PUMP2 uitvoeren, indien
voorhanden.
9. Minimale snelheid:
Î De minimale snelheid van pomp PUMP1 instellen.
Voor systemen met 2 pompen de instelling eveneens
voor PUMP2 uitvoeren.
Nota:
De minimale snelheid kan alleen ingesteld wor-
den, wanneer in het onderkanaal PUMP1,2 de
pulspakketsturing (puls) of de PWM-aansturing
(A, b, C) gekozen is.
10. Maximale snelheid:
Î De maximale snelheid van pomp PUMP1 instellen.
Voor systemen met 2 pompen de instelling eveneens
voor PUMP2 uitvoeren.
Nota:
e maximale snelheid kan alleen ingesteld wor-
den, wanneer in het onderkanaal PUMP1,2 de
pulspakketsturing (puls) of de PWM-aansturing
(A, b, C) gekozen is.
11. Waarde van de debietvoeler:
Î De waarde van de debietvoeler instellen, wanneer
deze aangesloten is.
12. Waarde van de drukvoeler:
Î De waarde van de drukvoeler instellen, wanneer deze
aangesloten is.
Î Het inwerkingstellingsmenu met toets 5 beëin-
digen:
Daarmee is de regelaar bedrijfsklaar en moet met de fa-
brieksinstellingen een optimaal gebruik van de het reservoir
mogelijk maken.
|74