Resol DeltaSol BX Handleiding pagina 79
Verberg thumbnails
Zie ook voor DeltaSol BX:
- Handboek voor installatie, gebruik en onderhoud (12 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
BX
DeltaSol
®
Voeler maximale temperatuur reservoir
BEL(1,2) / S(1,2)MAXS
Voeler maximale temp. reser-
voir Regelbereik:
Systeem met 1 reservoir: S2, S3
Systeem met 2 reservoirs: S4, S5
Instelling bij levering:
Systeem met 1 reservoir S2
Systeem met 2 reservoirs: S4
Opwarming reservoir 2
BEL2 / BLSP2
Opwarming reservoir 2
Keuze: ON / OFF
Instelling bij levering: On
Pompaansturing
PUMP / PUMP1 (2, 3,)
Pompaansturing
Keuze: OnOF, Puls, PWM A,
PWM b, PWM C,
Instelling bij levering: OnOF
Nota:
Voor PUMP3 kan alleen OnOF of PULS inge-
steld worden.
Minimale snelheid
PUMP1 (2, 3) / n1 (2, 3 LO
Snelheidsregeling
Regelbereik: 20 ... 100 %
in 5 %-stappen
Instelling bij levering: 30 %
Maximale snelheid
PUMP1 (2, 3) /
n1 (2, 3) HI
Snelheidsregeling
Regelbereik: 20 ... 100 %
in 5 %-stappen
Instelling bij levering: 100 %
Toewijzing van de voeler voor de maximale begrenzing van
het reservoir. De maximale uitschakeling heeft dan altijd alleen
betrekking op de gekozen voeler. Bij de keuze van S3 wordt de
regeling van het verschil nog steeds via S1 en S2 uitgevoerd. De
temperatuur bij S2 kan echter de vastgelegde grenstempera-
tuur overschrijden zonder dat de installatie zich uitschakelt.
Wanneer echter S3 de grens bereikt, wordt uitgeschakeld.
Nota:
Bij systemen met 1 reservoir met voeler S3 als
betrokken sensor wordt de opwarming uitgescha-
keld, wanneer bij S2 of S3 de temperatuur voor de
nooduitschakeling van het reservoir bereikt wordt.
Bij systemen met 2 reservoirs wordt de opwarming
uitgeschakeld, wanneer bij S4 of S5 de temperatuur
voor de nooduitschakeling van het reservoir bereikt
wordt.
In een systeem met 2 reservoirs kan het tweede reservoir
via de parameter BLSP2 uitgeschakeld worden.
Wanneer BLSP2 op OFF gezet wordt, functioneert de
installatie als een systeem met 1 reservoir. De weergave in
de uitlezing blijft ongewijzigd.
Met deze parameter kan de soort pompaansturing ingesteld
worden. Er kan uit de volgende soorten gekozen worden:
Instelling standaardpomp zonder snelheidsregeling
• OnOF (pomp aan / pomp uit)
Instelling standaardpomp met snelheidsregeling
• PULS (pulspakketsturing door het halfgeleiderrelais)
Instelling hoogrendement pomp (HE-pomp)
• PWM A (Wilo)
• PWM b (Grundfos)
• PWM C (Laing)
Nota:
Voor meer informatie over de aansluiting van
HE-pompen zie pagina 68.
In het instelkanaal n1(2, 3)LO kanvoor de uitgangen R1,
R2 en R3 een relatieve minimale snelheid voor aangesloten
pompen vastgelegd worden.
Nota:
Bij niet snelheidsgeregelde verbruikers (bijv.
kleppen) moet de waarde van het betrokken re-
lais (n1, n2, n3) op 100 % of de pompaansturing
op OnOF ingesteld worden om de snelheidsre-
geling te deactiveren.
In het instelkanaal n1(2, 3)HI kan voor de uitgangen R1,
R2 en R3 een relatieve maximale snelheid voor aangesloten
pompen vastgelegd worden.
Nota:
Bij niet snelheidsgeregelde verbruikers (bijv.
kleppen) moet de waarde van het betrokken re-
lais (n1, n2, n3) op 100 % of de pompaansturing
op OnOF ingesteld worden om de snelheidsre-
geling te deactiveren.
79|
Advertenties
Inhoudsopgave
