DE MOTORKAP OPENEN
1. Trek aan de hendel voor de motorkapontgrende-
ling
, deze zit onder het dashboard, om de
motorkap iets omhoog te laten springen.
2. Zoek de hendel
tussen de motorkap en de
grille met uw vingers en druk op de hendel met
uw vingers.
3. Til de motorkap op.
4. Haal de steun eruit en steek deze in de groef
Wanneer u de steun verwijdert en plaatst, moet u
deze vasthouden bij de bedekte delen
mijd direct contact met metalen delen, aange-
zien deze heet kunnen zijn direct nadat de motor
is afgezet.
3-18
Alvorens te gaan rijden
DE MOTORKAP SLUITEN
1. Terwijl u de motorkap ondersteunt steekt u de
steun terug in de klem.
2. Laat de motorkap langzaam zakken tot ongeveer
20 tot 30 cm (8 tot 12 in) boven de motorkapver-
grendeling, en laat de kap vervolgens vallen.
3. Controleer of de motorkap goed vergrendeld is.
.
j
A . Ver-
BRANDSTOFVULKLEP* OF -DOP
WAARSCHUWING
•
Brandstof ontbrandt gemakkelijk en is onder
bepaalde omstandigheden zeer explosief. U
kunt ernstige brandwonden of ander letsel op-
lopen als u niet oppast met benzine. Zet de
motor altijd af terwijl u tankt. Rook niet en ver-
mijd open vuur of vonken nabij de auto.
•
De brandstof kan onder druk staan. Draai de
dop een halve slag open en wacht totdat een
NIC3101
mogelijk "sissend" geluid stopt, om te voor-
komen dat er brandstof naar buiten spuit wat
persoonlijk letsel kan veroorzaken. Verwijder
daarna de dop.
•
Gebruik alleen een originele vuldop als deze
vervangen moet worden. Deze bevat een vei-
ligheidsventiel dat onmisbaar is voor het cor-
rect functioneren van het brandstof- en emis-
siesysteem. Een verkeerd model vuldop kan
leiden tot een slecht werkende motor en mo-
gelijk tot letsel.