•
RENAULT raadt aan om uitsluitend het ban-
denafdichtmiddel te gebruiken dat met de
auto is meegeleverd. Andere bandenafdicht-
middelen kunnen de afdichting van de ven-
tielstift beschadigen, waardoor de band lucht-
druk kan verliezen. Nadat u het bandenaf-
dichtmiddel heeft gebruikt (bij modellen met
reparatieset voor lekke banden), dient u zo
snel mogelijk langs te gaan bij een erkende
dealer of gekwalificeerd garagebedrijf.
LET OP
•
Het TPMS-systeem werkt mogelijk niet goed
wanneer de wielen zijn uitgerust met sneeuw-
kettingen of als de wielen bedolven zijn onder
sneeuw.
•
Breng geen gemetalliseerde folie of andere
metalen onderdelen (antenne, enz.) aan op
de ruiten. Dit kan een slechte ontvangst ver-
oorzaken van de signalen van de bandenspan-
ningssensoren, waardoor het TPMS-systeem
niet goed zal werken.
Sommige apparaten en zenders kunnen mo-
gelijk tijdelijk de werking van het TPMS-sys-
teem verstoren en het oplichten van het
TPMS-controlelampje veroorzaken. Enkele
voorbeelden zijn:
– Faciliteiten of elektrische apparaten vlak-
bij de auto die gelijksoortige radiofrequen-
ties gebruiken.
5-12
Starten en rijden
– Als er een zender die is ingesteld op gelijk-
soortige frequenties vlakbij of in de auto
wordt gebruikt.
– Als er een computer (of soortgelijk appa-
raat) of DC/AC-transformator vlakbij of in
de auto wordt gebruikt.
– Als apparaten die elektrische ruis uitzen-
den worden aangesloten op de 12V
stroomvoorziening van de auto.
•
Wanneer u de banden oppompt en de ban-
denspanning controleert, buig de ventielen
dan niet.
•
Er zijn speciale aluminium ventielen gebruikt
om de sensoren voor het TPMS-systeem op
de wielen te monteren. De sensoren voor het
TPMS-systeem worden op de wielen gemon-
teerd met behulp van een moer. Deze moer
moet op de juiste wijze gemonteerd worden
met een aanhaalmoment van 7,5 ± 0,5 N•m.
Als een sensor voor het TPMS-systeem te
strak wordt vastgedraaid, bestaat de kans dat
de afdichtring van de sensor wordt bescha-
digd. Als een sensor niet strak genoeg wordt
vastgedraaid, bestaat de kans dat er lucht uit
de band lekt.
•
Gebruik ventieldoppen die voldoen aan de
specificaties
van
de
in
gemonteerde ventieldoppen.
•
Gebruik geen metalen ventieldoppen.
•
Monteer de ventieldoppen op de juiste wijze.
Zonder de ventieldoppen kunnen de ventielen
en bandenspanningssensoren wellicht be-
schadigd raken.
•
Beschadig de ventielen en sensoren niet bij
het opbergen van de wielen of het monteren
van andere banden.
•
Vervang de afdichtring en de sluitring van de
sensor tijdens het vervangen van de band. Als
de afdichtring en de sluitring eenmaal verwij-
derd zijn, kunnen ze niet opnieuw gebruikt
worden en moeten ze vervangen worden. De
sensoren van het TPMS-systeem kunnen wel
opnieuw gebruikt worden.
•
Wees voorzichtig bij het gebruiken van appa-
raten voor het oppompen van banden met een
harde luchtslang, omdat de trekkracht van de
lange slang het ventiel zou kunnen beschadi-
gen.
de
fabriek