Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Parkeersensorsysteem (Sonar) Uit-Schakelaar; Instellingen Parkeersensorsysteem - Renault ALASKAN 2017 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De onderbroken toon stopt na 3 seconden wanneer
een obstakel alleen door een hoeksensor wordt
waargenomen en de afstand niet verandert. Het ge-
luidssignaal stopt wanneer het obstakel zich van de
auto verwijdert.
Wanneer de hoek van de auto een object nadert,
verschijnen de indicatoren van de hoeksensor
Wanneer het midden van de auto een object nadert,
verschijnt de indicator van de middensensor
Als het object wordt waargenomen, verschijnt de
(groene) indicator en klinkt de toon met tussenpo-
zen. Naarmate de auto dichterbij het voorwerp komt,
zal de kleur van de indicator geel worden. Wanneer
de auto het voorwerp nog verder nadert, wordt de
indicator rood en klinkt de toon onafgebroken.
5-50
Starten en rijden
PARKEERSENSORSYSTEEM
(SONAR) UIT-SCHAKELAAR
De OFF-schakelaar van het parkeersensorsysteem
JVS0539XZ
(sonar) op het dashboard stelt de bestuurder in staat
om het parkeersensorsysteem (sonar) aan of uit te
zetten. Om het parkeersensorsysteem (sonar) aan
.
en uit te zetten, moet de contactschakelaar op ON
staan.
.
Het controlelampje in de schakelaar gaat branden
wanneer het systeem wordt aangezet.
Als het controlelampje gaat knipperen wanneer het
parkeersensorsysteem (sonar) niet is uitgeschakeld,
kan dit betekenen dat er een storing is in het par-
keersensorsysteem (sonar).
De parkeersensor (sonar) wordt in de volgende ge-
vallen automatisch aangezet:
Wanneer
de
OFF-stand naar de ON-stand wordt geschakeld.
NIC2804
contactschakelaar
van
de
Wanneer de schakelhendel in de R-stand (ach-
teruit) wordt geschakeld.
Wanneer de snelheid tenminste 10 km/u
(6 MPH) bereikt en afneemt.
De functie voor het automatisch aanzetten van het
systeem kan aan- of uitgezet worden met de [Sen-
sor]-toets in het [Parkeerassistentie]-menu. Zie
"Voertuiginformatiedisplay" in hoofdstuk "2. Instru-
menten en bedieningen".
INSTELLINGEN
PARKEERSENSORSYSTEEM
(SONAR)
De volgende instellingen voor het parkeersensorsys-
teem (sonar) kunnen gewijzigd worden met de scha-
kelaars op het stuur. Zie voor meer informatie
"Voertuiginformatiedisplay" in hoofdstuk "2. Instru-
menten en bedieningen".
[Sensor]
Parkeersensorsysteem activeren of deactiveren.
AAN (standaard) - UIT
[Volume]
Past het volume van het geluidssignaal aan.
[Hoog] - [Gem.] (standaard) - [Laag]
[Bereik]
Past het detectiebereik van de sensor aan.
[Ver] - [Gem.] (standaard) - [Dichtbij]

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave