•
Laat een wiel dat van de grond is gelicht van-
wege een oneffen oppervlak niet overmatig
draaien.
•
Als u plotseling snel accelereert, scherpe
stuurmanoeuvres uitvoert of abrupt remt kunt
u de macht over het stuur verliezen.
•
Vermijd indien mogelijk manoeuvres in
scherpe bochten, vooral bij hoge snelheden.
Uw auto heeft een hoger zwaartepunt dan een
gewone personenauto. De auto is niet be-
doeld voor bochtenwerk met dezelfde snel-
heden als gewone personenauto's. Wanneer
u deze auto niet op de juiste wijze bedient,
kunt u de controle verliezen en/of een aanrij-
ding veroorzaken.
•
Zorg ervoor dat alle vier de banden dezelfde
maat hebben, van hetzelfde merk zijn en de-
zelfde constructie (diagonaal, diagonaalgor-
del of radiaal) en hetzelfde profiel hebben.
Monteer sneeuwkettingen op de achterwie-
len wanneer u op gladde wegen rijdt. Rijd
voorzichtig onder deze omstandigheden.
•
Vergeet nooit de remmen onmiddellijk te con-
troleren nadat u door modder of water bent
gereden. Zie "Remsysteem" verderop in dit
hoofdstuk voor natte remmen.
•
Parkeer uw auto niet op een steile helling. Als
bij het uitstappen de auto kantelt, zou u ge-
wond kunnen raken.
•
Wanneer er tijdens het terreinrijden zand,
modder of water tot aan de wielnaaf komt,
5-8
Starten en rijden
kan het nodig zijn vaker onderhoud te verrich-
ten. Raadpleeg de onderhoudsinformatie die
beschreven staat in het aparte Onder-
houdsboekje.
•
Spoel de onderkant van de auto af met schoon
water nadat u door zand of modder heeft ge-
reden. Verwijder alle takken of planten die
vastzitten.
TURBOCOMPRESSORSYSTEEM
De turbocompressor gebruikt motorolie als smeer-
en koelmiddel voor de roterende onderdelen. De
turbine van de turbocompressor draait met extreem
hoge snelheden en kan uiterst hoge temperaturen
bereiken. Het is dan ook zeer belangrijk dat er con-
tinu schone olie naar de turbocompressor wordt ge-
leid. Door een plotselinge onderbreking van de olie-
toevoer zou de turbocompressor defect kunnen ra-
ken.
Om de prestaties en de levensduur van de turbo-
compressor te waarborgen, is het hoofdzaak om de
volgende onderhoudsprocedure op te volgen:
LET OP
•
Ververs de motorolie van de turbodieselmotor
zoals wordt voorgeschreven. Raadpleeg het
apart meegeleverde Onderhoudsboekje voor
meer informatie.
•
Gebruik alleen de aanbevolen motorolie.
Raadpleeg
voor
informatie
houdsboekje van uw voertuig.
•
Wanneer de motor gedurende een langere pe-
riode met een hoog toerental heeft gedraaid,
laat de motor dan eerst enkele minuten sta-
tionair draaien voordat u hem uitschakelt.
•
Laat de motor meteen na het starten niet met
een te hoog toerental draaien.
•
Wanneer de motor gestart wordt bij een bui-
tentemperatuur van onder de -5°C (23°F), kan
de beschermingsmodus van de motor geacti-
veerd worden. Zolang deze modus geacti-
veerd is zal het vermogen van de motor ver-
het
Onder-