Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Wanneer sommige slaves geen warmwateroptie hebben:
• Configureer een eenheid zonder warmwateroptie als master.
• Ken de hogere adressen toe aan de slave-eenheden met warmwater-
optie.
Adressering eenheid
Eenheden worden aangesproken met behulp van encoder ENC4 op de
achterkant van het paneel.
Het adres is het nummer op de encoder.
Het adres wordt weergegeven op het display DSP1.
DSP1
DSP2
MENU DOWN UP
OK
Afb. 226
Voorbeeld:
• MASTER: adres = 0 encoder = 0
• SLAVE 1: adres = 1 encoder = 1
• SLAVE 15: adres = 15 encoder = F
Het adres van de eenheid wordt getoond op display "DSP1" op het
hoofdtoetsenbord.
Adressering regelingen
Maximaal 16 regelaars kunnen worden geadresseerd, met adres van 0
tot 15, bijvoorbeeld:
• 16 eenheden met regelaar, de master met adres 0, de slave, in al-
leen-lezen modus, met opvolgende adressen
• 15 eenheden met regelaar + een externe regelaar als master
Druk op
of
om SETTING ADDRESS te kiezen.
Druk op
of
om het adres in te stellen.
Druk op OK ter bevestiging.
SERVICE MENU
STATE QUERY
CLEAR HISTORY ERRORS
SETTING ADDRESS
HEAT CONTROL
Afb. 227
CS3000 AWP – 6721856002 (2024/06)
Main board - back side
ENC4
ON
ON
S5
S12
NET_ADDRESS
0010045049-001
1/3
0010045013-001
SETTING ADDRESS
CONTROLLER ADDRESS
CONTROL ENABLE
MODBUS ENABLE
MODBUS ADDRESS
OK
Regelaaradres verwijst naar het adres van de eenheid dat door de enco-
der ENC4 wordt gegeven.
Regeling inschakelen - ja voor de master
Regeling inschakelen - nee voor de slave
ON-OFF op afstand
Met eenheden in modulaire configuratie, moet afstandsbediening wor-
den ingesteld voor de mastereenheid, die dit doorgeeft aan de slave-
eenheden.
14.3
Opstarten
Het complete systeembeheer wordt uitgevoerd door de mastereenheid,
voorzien van adres 0.
Thermische regeling heeft betrekking op de aanvoertemperatuur van
het complete systeem (Tw).
Bij inschakelen, wanneer belasting wordt gevraagd, worden de eenhe-
den ingeschakeld op numerieke volgorde van het adres.
Wanneer de belasting afneemt, worden de eenheden in dezelfde volgor-
de uitgeschakeld.
Voorbeeld koelen
Als Tw >= gewenste waarde + 10 °C:
• De regelaar activeert 50% van de eenheden in een volgorde geba-
seerd op het ingestelde adres.
• Na een tijdsinterval (standaard: 240 seconden).
• Wanneer de belasting toeneemt, worden aanvullende eenheden in-
geschakeld.
• Wanneer de belasting afneemt, worden de eenheden in dezelfde
volgorde uitgeschakeld (als eerste gestart, als eerste gestopt).
Als Tw < gewenste waarde + 10 °C (in koelbedrijf):
• De besturing activeert alleen de mastereenheid.
• Na een tijdsinterval (standaard: 240 seconden).
• Wanneer de belasting toeneemt, worden aanvullende eenheden in-
geschakeld op basis van het ingestelde adres.
• Wanneer de belasting afneemt, schakelt de mastereenheid uit.
Alarmen
Bij een alarm op een van de systeemeenheden kunnen er verschillende
gevolgen zijn:
• Bij een alarm op een slave-eenheid blijven de andere systeemeenhe-
den werken.
• In het geval van een communicatiealarm of een alarm van een ge-
meenschappelijke sensor in de mastereenheid, stopt het hele sys-
teem.
Modulaire configuratie eenheden
0
#
YES
NO
1
#
0010045014-001
205
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
