Totale
1,5 minuten
tijdsduur
Tijdsduur
15
15
(s)
PC1
X
X
PC0
X
X
(100%)
VW1
PK2
X
Tabel 7 Ontluchtingsprogramma. X = actieve component
[PC1]
Circulatiepomp voor het cv-circuit
[PC0]
Primaire circulatiepomp (warmtedrager)
[VW1]
3-wegventiel verwarming/boiler. X = open naar de boiler
[PK2]
Relais koelseizoen
7.4
Bedrijfsdruk van de cv-installatie instellen
Aanwijzing op manometer
1,3-1,5 bar
Minimale vuldruk. De installatiedruk moet bij een
koud verwarmingssysteem ca. 0,2-0,5 bar boven de
voordruk van het expansievat zijn.
2,5 bar
Maximale vuldruk bij maximale cv-watertempera-
tuur: mag niet worden overschreden (veiligheidsven-
tiel wordt geopend).
Tabel 8 Bedrijfsdruk
▶ Controleer, wanneer de druk niet constant blijft, of het expansievat
en de cv-installatie lekdicht zijn.
7.5
Instellen van de Elektrische bijverwarming
Het toestel kan worden toegepast met 1-fase of een 3-fase aansluiting.
De fabrieksinstelling voor bepaalde landen is de 3 kW 1-fase aansluiting
( zie tabel 9). Deze instelling kan in menu Elektrische bijverwarming
worden aangepast.
Landen
Frankrijk
Groot Brittannië
Ierland
Italië
Tabel 9 Landen met 1-fase aansluiting gebruiken de fabrieksinstelling
Houd de volgende procedure aan, om de fabrieksinstelling te verande-
ren:
▶ In het menu Service: Inst. instellingen > Bijverwarming > Elektrische
bijverwarming.
7.6
Bedrijfstemperaturen
Controleer de bedrijfstemperaturen tijdens cv-bedrijf (niet in warmwa-
ter- of koelbedrijf).
Voor optimale werking van de installatie moet het debiet in de warmte-
pomp en de cv-installatie worden gecontroleerd. Voer de controle uit na
10 minuten warmtepompbedrijf bij hoog compressorvermogen.
Het temperatuurverschil via de warmtepomp moet voor de verschillen-
de verwarmingssystemen worden ingesteld.
▶ Bij vloerverwarming: stel een temperatuurverschil van 4,5 K in.
▶ Bij radiatoren: stel een temperatuurverschil van 7,5 K in.
Deze instellingen zijn voor de warmtepomp optimaal.
Controleer het temperatuurverschil bij hoog compressorvermogen:
▶ Tik op het warmtepompsymbool op het display.
Compress 5800i AW – 6721892047 (2024/08)
15
15
15
15
X
X
X
X
X
▶ Bewaak op de Systeemoverzicht de temperaturen naar en van de
warmtepomp (buiteneenheid).
▶ Controleer of het temperatuurverschil overeenkomt met de voor cv-
bedrijf ingestelde deltawaarde.
Bij te hoog temperatuurverschil:
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Reinig de filter/zeef.
▶ Controleer de leidingafmetingen.
7.7
Werkingscontrole
De compressor wordt vóór het starten voorverwarmd. Dat kan afhanke-
lijk van de buitenluchttemperatuur tot 30 minuten duren. De voorwaar-
den voor het starten is dat de compressortemperatuur (TR1) 20 K hoger
is dan de aanvoerluchttemperatuur (TL2) en 20 K lager dan de aanvoer-
temperatuur van de warmtepomp (TC3). De streefwaarde is begrensd
tussen 20 °C en 45 °C. De temperaturen worden in het diagnosemenu
van de bedieningseenheid getoond.
Snelstart van de warmtepomp is alleen mogelijk wanneer een warmte-
vraag aanwezig is.
Handmatig ontdooien van de warmtepomp is alleen mogelijk, wanneer
de compressor draait met de 4-wegklep in cv-bedrijf en de buitentempe-
ratuur lager is dan 15 °C.
Wanneer het menu werkingscontrole actie is op het bedieningspaneel,
zijn softwarebeperkingen uitgeschakeld (d.w.z. de hogetemperatuurbe-
veiliging voor de vloerverwarming).
▶ Test de actieve bestanddelen van de installatie.
▶ Controleer of er een verwarmings- of warmwatervraag aanwezig is.
-of-
▶ Tap warm water af of verhoog de stooklijn, om een vraag te genereren
( handleiding van de bedieningseenheid).
▶ Controleer, of de warmtepomp start.
▶ Zorg ervoor dat er geen actuele alarmen aanwezig zijn.
-of-
▶ Verhelp storingen.
▶ Controleer de bedrijfstemperaturen ( handleiding van de bedie-
ningseenheid).
7.7.1
Oververhittingsbeveiliging (OHP)
De oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd, wanneer de tempera-
tuur van de elektrische bijverwarming hoger wordt dan 88 °C.
▶ Zorg ervoor dat het deeltjesfilter niet verstopt is en het debiet door
warmtepomp en cv-installatie ongehinderd mogelijk is.
▶ Controleer de bedrijfsdruk.
▶ CV- en warmwaterinstellingen controleren.
▶ Reset van de oververhittingsbeveiliging. Daarvoor de toets op de
elektrische verwarming indrukken.
In bedrijf nemen
27