10.3.14 Code 132 (Ontbrekende configuratie van het GSC-bestand)
Oorzaak
De GSC-bestandsconfiguratie ontbreekt.
10.3.15 Code 157 (Batterijstoring real-time klok)
Productgedrag
De batterijstroom voor de real-time klok ontbreekt.
Oorzaak
Interne storing. De normale werking van de MIXIT wordt niet
verstoord, maar de storing kan van invloed zijn op een geplande
activiteit.
10.3.16 Code 161 (5 V/12 V interne voedingsstoring)
Oorzaak
Storing voedingsspanning sensor (5 V).
10.3.17 Code 162 (24 V interne voedingsstoring)
Oorzaak
Storing in voeding (24 V).
10.3.18 Code 169 (Signaalstoring, flowsensor)
Productgedrag
MIXIT blijft werken. Prestaties bij hogere drukverschillen kunnen lager zijn. Flowmetingen, de toevoerlimiet en de limiet voor thermisch
vermogen zijn niet beschikbaar in Grundfos GO Remote.
Oorzaak
De sensor voor de A-poort is defect.
10.3.19 Code 175 (Toevoertemp. sensorstoring)
Productgedrag
De MIXIT blijft werken, maar sommige functies zijn uitgeschakeld.
Oorzaak
De sensor voor de A-poort is defect.
50
Oplossing
•
De MIXIT unit moet worden vervangen.
Oplossing
•
Stel de tijd en datum in om de waarschuwing te onderdrukken.
Oplossing
1. Koppel de GDS-sensorkabels los van de besturingskast.
2. Als storing 161 aanhoudt, vervangt u de besturingskast.
3. Als de storingscode verandert in 169, 175 of 176, probeer dan de
sensoren één voor één opnieuw te bevestigen. Wacht één minuut
tussen het bevestigen van de sensoren. Als storing 161 binnen een
minuut na het bevestigen van een sensor weer verschijnt, is die
sensor defect en moet deze worden vervangen.
4. Neem contact op met Grundfos.
Oplossing
1. Verwijder de configureerbare I/O-klem 1 (24V_EXT) en wacht één
minuut.
2. Als de storing aanhoudt, vervangt u de besturingskast.
3. Als de storing verdwijnt, controleert u of het stroomverbruik van de
24V_EXT niet hoger is dan 100 mA.
4. Neem contact op met Grundfos.
Oplossing
1. Controleer of de sensorkabel is aangesloten op de besturingskast
en de sensor.
2. Vervang de opnemer.
Oplossing
1. Controleer of de sensorkabel is aangesloten op de besturingskast
en de sensor.
2. Vervang de opnemer.