Download Print deze pagina

Stiebel Eltron WPF 04 Handleiding Voor Bediening En Installatie pagina 14

Brine/water

Advertenties

BEDIENING
Menustructuur
Voor al deze mogelijkheden kunnen drie omschakelparen inge-
steld worden.
Uitzondering: Wanneer het warm water vanaf 's avonds 22.00 uur
tot de volgende dag 's morgens om 6.00 uur moet worden ver-
warmd, zijn hiervoor 2 omschakelparen nodig.
Voorbeeld:
U wenst het warm water dagelijks op twee verschillende tijden op
te warmen: 's avonds van 22.00 uur tot de volgende dag 's ochtends
om 6.00 uur en daarna van 8.00 uur tot 9.00 uur.
Aangezien de dag om 0.00 uur begint, moet ook in dit voorbeeld
om 0.00 uur met de programmering worden begonnen.
- Het eerste omschakelpaar duurt van 0.00 uur tot 6.00 uur.
- Het 2e omschakelpaar begint om 8.00 uur en eindigt om 9.00
uur.
- Het 3e omschakelpaar begint om 22:00 uur en eindigt om
24:00 uur.
PARTYPROGRAMMA
In het Partyprogramma kan de Comfortwerking voor de verwar-
ming met enkele uren worden verlengd.
VAKANTIEPROGRAMMA
In het Vakantieprogramma draait de warmtepompinstallatie in
ECO-werking en is de vorstbeschermingsfunctie voor de warm-
waterbereiding actief.
Voor het begin en het einde van de vakantie moet telkens het jaar,
de maand en de dag worden ingevoerd. De begintijd op de begin-
dag van de vakantie is 0.00 uur. De eindtijd ligt op de laatste dag
van de vakantie om 24:00 uur. Als de vakantie ten einde is, werkt
de warmtepompinstallatie weer volgens het vorige verwarmings-
en warmwaterprogramma.
OPWARMINGSPROGRAMMA
Info
Menuoptie "Opwarmingsprogramma" is met een code
beschermd en alleen de installateur kan deze bekijken.
Opwarmprogramma voor vloerverwarming
Gebruik het opwarmprogramma om uw dekvloer met een gede-
finieerd temperatuurprofiel op te warmen/droog te verwarmen.
Om schade aan het toestel en/of de installatie te vermijden, dient
u rekening te houden met het volgende:
f Voer een hydraulische afstemming van de vloerverwarming
f
uit.
f Open alle strengen van de vloerverwarming.
f
Het benodigde verwarmingsvermogen voor het opwarmprogram-
ma van de vloer kan groter zijn dan het dimensioneringsvermogen
van de warmtepomp. De gevraagde aanvoertemperatuur kan bij-
gevolg eventueel niet worden bereikt. Voor storingsvrij opwar-
men / droogverwarmen adviseren we bijgevolg het gebruik van
een extern mobiel elektrisch verwarmingstoestel.
Wanneer het droogverwarmen met de warmtepomp wordt uit-
gevoerd, moet u de elektrische nood-/bijverwarming activeren.
14
| WPF | WPF cool
Bij droogverwarmen met een brine|water-warmtepomp kan de
warmtebron, in het bijzonder een aardwarmtesonde, overbelast
worden. Daarbij bevriest de grond rond de aardwarmtesonde. De
warmteoverdracht naar de grond wordt onherstelbaar bescha-
digd.
Droogverwarmen met aardwarmtesonde:
Wanneer u droogverwarmen met een aardwarmtesonde uitvoert,
dient u aan de fabrikant van de aardwarmtesonde de toelating
te vragen.
f Zet de minimale brontemperatuur op > 2 °C (zie parameter
f
BRONTEMPERATUUR MIN in het menu INGEBRUIKNAME /
BRON).
f Zet aan de hand van het debiet de temperatuurspreiding
f
aan de warmtebronzijde op < 3 K (zie parameter VERMOGEN
BRONPOMP in het menu INGEBRUIKNAME / BRON).
Het droogverwarmen kan eventueel lang duren dan voorzien of
niet worden beëindigd.
Droogverwarmen met bodemcollector:
Wanneer droogverwarmen met bodemcollector vóór de verwar-
mingsperiode wordt uitgevoerd, moet het droogverwarmen ui-
terlijk tegen eind augustus afgesloten zijn. De bodemcollector kan
zich anders niet regenereren tegen de verwarmingsperiode.
Instellingen
Bij gebruik van het opwarmprogramma moeten op de warmte-
pomp-manager de volgende instellingen uitgevoerd worden:
Stel eerst de parameter "OND WERKINGSGEBIED HZG" in op 30 °C.
Om de temperaturen en periodes voor het opwarmprogramma
vast te leggen, zijn er in totaal 6 parameters. Zodra het opwarm-
programma geactiveerd wordt, kunnen de 6 parameters één voor
één ingesteld worden. Het programma wordt met de parameter
OPWARMPROGRAMMA en met de instelling AAN gestart. Let erop
dat het, afhankelijk van de systeemtemperatuur, enige tijd kan
duren om de gewenste sokkeltemperatuur te bereiken.
De sokkeltemperatuur (parameter SOKKELTEMPERATUUR) wordt
gedurende de ingestelde tijd (parameter TIJD-EERSTE-OPWARM
TEMP.) aangehouden. Na het verstrijken van deze tijd wordt met
een stijging K/dag (parameter STIJGING PER DAG) opgewarmd tot
de maximale sokkeltemperatuur (parameter MAXIMUMTEMPERA-
TUUR) en wordt gedurende de ingestelde tijd (parameter DUUR
MAXIMAALTEMPERATUUR) de maximumtemperatuur aangehou-
den. Daarna wordt in dezelfde stappen waarin werd opgewarmd,
verlaagd naar de eerste opwarmtemperatuur.
www.stiebel-eltron.com

Advertenties

loading