INSTALLATIE
Ingebruikname
VERMOGEN VERWARMINGSCIRCUITPOMP
Stel hier het "Nominaal debiet verwarming" in (zie hoofdstuk
"Technische gegevens/gegevenstabel").
WARM WATER
VERMOGEN WARMWATERPOMP
Stelt u hier de maximale volumestroom in. Bij ruis (lawaai) ver-
minderd u de volumestroom.
COMPRESSOR
STILSTANDTIJD
Na het uitschakelen van een warmtepomp wordt een stilstandtijd
ingesteld om de compressor te beschermen. De vooringestelde
stilstandtijd van 20 minuten mag in normale werking niet worden
onderschreden. Als een verlaging wegens reparatie- of instel-
werkzaamheden vereist is, moet na deze werkzaamheden in elk
geval een terugstelling naar 20 minuten plaatsvinden.
EENFASE-WERKING
Deze parameter moet altijd op "OFF" staan.
DIRECTE START
Tijdens de ingebruikname kan de werking van de warmtepomp
worden gecontroleerd door een directe start van de warmtepomp.
Als de parameter wordt ingeschakeld, verschijnt onderaan op het
display UIT. Door op de PRG-toets te drukken, wordt de directe
start uitgevoerd. De overeenkomstige pompen worden na de start
ingeschakeld. De waarde 60 wordt op het display zichtbaar naar
0 afgeteld, daarna verschijnt AAN op het display.
Vervolgens schakelen de warmtepomp en de bijbehorende buf-
ferlaadpomp in.
NOODWERKING
Gedrag in geval van storing "Fatal Error" in combinatie met het
noodbedrijf:
Parameter "Noodbedrijf" kan op IN of UIT ingesteld worden.
Instelling noodbedrijf op Aan:
Zodra er zich storingen voordoen en de warmtepomp uitvalt,
gaat de programmaschakelaar automatisch naar de werkwijze
Noodbedrijf.
Instelling noodbedrijf op UIT:
Zodra er zich storingen voordoen en de warmtepomp uitvalt, zorgt
de elektrische nood-/bijverwarming alleen voor verwarming als
vorstbescherming. De klant moet zelf bewust de werkwijze Nood-
bedrijf selecteren.
RESET WARMTEPOMP
In geval van een storing kan de warmtepomp worden gereset.
Door instelling op AAN wordt een opgetreden fout gereset. De
compressor start opnieuw. De storing blijft opgeslagen in de sto-
ringslijst.
www.stiebel-eltron.com
RESET FOUTLIJST
AAN / UIT
De volledige storingslijst wordt gewist.
RESET SYSTEEM
Na een systeemreset wordt de warmtepompmanager weer in zijn
oorspronkelijke leveringstoestand geplaatst.
f U dient het overeenkomstige warmtepomptype opnieuw in te
f
stellen.
Info
De warmtepomp mag alleen gebruikt worden als brine|-
water-warmtepomp.
f U dient het warmtepomptype WPF MFG in te stellen.
f
WPF | WPF cool |
37