INSTALLATIE
Veiligheid
INSTALLATIE
8.
Veiligheid
Installatie, ingebruikname, evenals onderhoud en reparatie van
het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur
uitgevoerd worden.
8.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid uit-
sluitend bij gebruik van originele onderdelen en vervangingson-
derdelen voor het toestel.
8.2
Voorschriften, normen en bepalingen
Info
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
9.
Toestelbeschrijving
9.1
Werkwijze
De warmtewisselaar (verdamper) die zich aan de zijde van de
warmtebron bevindt, onttrekt omgevingswarmte aan de warmte-
bron. De daarbij opgenomen energie wordt samen met de energie
van de compressoraandrijving naar het verwarmingswater in de
warmtewisselaar aan de verwarmingszijde (condensor) gevoerd.
Afhankelijk van de verwarmingsbelasting wordt het verwarmings-
water tot +65 °C opgewarmd.
De elektrische nood-/bijverwarming treedt in werking, wanneer
de hogedruksensor of de heetgasbewaking tijdens de warmwa-
terbereiding wordt geactiveerd. Bovendien neemt deze, wanneer
de warmtebehoefte van het verwarmingssysteem groter is dan het
verwarmingsvermogen van de warmtepomp, de dekking van de
resterende warmtebehoefte over.
9.2
Bijzonderheden van de WPF...cool
Om te koelen wordt de brine d.m.v. een extra 3-weg-klep door
een extra warmtewisselaar gepompt en wordt warmte aan het
verwarmingswater onttrokken.
9.3
Leveringsomvang
Bij het toestel wordt het volgende geleverd:
- 1 buitensensor AFS 2
- 1 dompelsensor TF 6
- 6 steekkoppelingen 28 mm
9.4
Toebehoren
- Sole-vuleenheid WPSF
- Onthardingsarmatuur HZEA
- Filtermodule 22 mm (FS-WP 22)
- Filtermodule 28 mm (FS-WP 28)
- Afstandsbediening FE 7
- Afstandsbediening FEK
www.stiebel-eltron.com
10. Voorbereidingen
Info
Het toestel is bedoeld voor opstelling in ruimtes, behalve
in vochtige ruimtes.
f Plaats het toestel bij voorkeur niet onder of naast
f
slaapkamers.
f Leid de buisdoorvoer door muren en plafonds voorzien van
f
geluidsisolatie.
De ruimte waarin het toestel moet worden geïnstalleerd, moet
voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Vorstvrij.
- De ruimte mag door stof, gassen of dampen geen gevaar
voor explosies inhouden.
- Bij opstelling van het toestel in een stookruimte samen met
andere verwarmingstoestellen moet verzekerd zijn dat de
werking van de andere verwarmingstoestellen niet wordt
beïnvloed.
- Het minimumvolume van de opstelruimte moet 13,8 m³ zijn.
- Belastbare vloer (gewicht van het Toestel, zie hoofdstuk
"Technische gegevens/gegevenstabel").
f Zorg bij een zwevende dekvloer voor een stille werking van
f
de warmtepomp.
f Ontkoppel het opstelvak rondom de warmtepomp door een
f
uitsparing. Sluit vervolgens de uitsparing met een water-
doorlatend en geluidsontkoppeld materiaal, bijv. silicone.
1
2
3
4
5
1 Betonvloer
2 Geluidsisolatie
3 Zwevende vloer
4 Vloerbekleding
5 Uitsparing
WPF | WPF cool |
23