BEDIENING
Menustructuur
< -10
-10
-5
0
5
1
Y
10
0
10
20
Y Buitentemperatuur in °C
X Tijd in minuten
1 Pauze
2 Pompwerktijd
Pompkick
Om te voorkomen dat de pompen bijv. 's zomers vastlopen, wordt
de pomp na de laatste uitschakeling na 24 uur gedurende 10 se-
conden ingeschakeld. Dit geldt voor alle pompen.
-
Verwarmingscircuitpompsturing met aangesloten
afstandsbediening FE 7 / FEK
In combinatie met de afstandsbediening FE 7 of FEK wordt volgens
de schakelvoorwaarde
ϕ
>ϕ
+ 1 K
Ruimte-REËEL
Ruimte-NOM
de verwarmingscircuitpomp in kwestie uitgeschakeld en gaat de
mengklep naar "DICHT". Dit geldt alleen als de invloed van de ka-
mersensor K > 0 wordt ingesteld. Terugschakelen gebeurt volgens
de voorwaarde:
ϕ
>ϕ
Ruimte-REËEL
Ruimte-NOM
Het zomerbedrijf geldt ook bij werking met de afstandsbediening
FE 7 of FEK voor het verwarmingscircuit in kwestie.
ELEKTRISCHE BIJVERWARMING
ONDERSTE WERKINGSGEBIED VERW
Werkingsgebied voor de warmtepomp
Bij een buitentemperatuur onder de ingestelde onderste wer-
kingsgrens voor de verwarming wordt de warmtepomp uitge-
schakeld.
De elektrische nood-/bijverwarming is alleen voor de verwarming
verantwoordelijk.
BIVALENTIETEMPERATUUR VERW
Bivalentietemperatuur van de warmtepomp voor de verwarmings-
werking
Bij deze buitentemperatuur schakelt de elektrische nood-/bijver-
warming voor de verwarmingswerking lastafhankelijk bij.
20
| WPF | WPF cool
2
30
40
50
60
WARM WATER
WARMWATERTEMPERATUREN
COMFORT TEMPERATUUR en ECO TEMPERATUUR
Hier kunt u voor de Comfort- en ECO-werking de nominale warm-
watertemperaturen instellen.
BASISINSTELLINGEN
WARMWATERHYSTERESIS
Hier wordt de schakelhysterese bij warmwaterwerking gedefi-
nieerd.
- Inschakelen van de WW-bereiding bij nominale WW-waarde
min hysterese.
WW-LEERFUNCTIE
Instelling UIT
Tijdens de warmwaterbereiding wordt de warmwatertemperatuur
automatisch aangepast (zelfleereffect).
Zodra tijdens de warmwaterwerking de warmtepomp via de
HD-sensor of de heetgastemperatuur (130 °C) wordt uitgeschakeld,
wordt de elektrische nood-/bijverwarming als naverwarmingstrap
bijgeschakeld. Wanneer in deze werkwijze de aanvoertemperatuur
van 70 °C wordt bereikt, wordt de warmwaterlading beëindigd en
wordt de nominale warmwatertemperatuur overschreven door de
reële warmwatertemperatuur op dat moment.
Instelling AAN
Zodra de warmtepomp tijdens warmwaterwerking door de
HD-sensor of de heetgastemperatuur (130 °C) uitgeschakeld
wordt, wordt de warmwaterlading beëindigd en wordt de nomi-
nale warmwatertemperatuur overschreven door de reële warm-
watertemperatuur op dat moment. Deze werkwijze spaart energie,
omdat het warme water uitsluitend met de warmtepomp wordt
bereid.
WW-CORRECTIE
De warmwatertemperatuur wordt in het onderste derde van de
boiler gemeten. De uitlooptemperatuur van het warm water ligt
ca. 3 K hoger dan de gemeten temperatuur. Deze afwijking wordt
gecorrigeerd en kan indien nodig worden gekalibreerd.
COMBINATIEBOILERS
Zodra de parameter op "AAN" ingesteld wordt, worden tijdens de
warmwaterbereiding de verwarmingscircuitpompen uitgescha-
keld.
(Alleen in combinatie met doorstroomboiler SBS)
ANTILEGIONELLABEHANDELING
Als de antilegionellabehandeling geactiveerd is, wordt de warm-
waterboiler dagelijks om 01.00 uur opgewarmd tot 60 °C. De
antilegionellabehandeling wordt alleen uitgevoerd, wanneer de
elektrische nood-/bijverwarming aangesloten is.
www.stiebel-eltron.com