INSTALLATIE
Montage
11.5 Verwarmingswateraansluiting
De verwarmingsinstallatie waarop de warmtepomp aangesloten
wordt, moet door een installateur uitgevoerd worden in over-
eenstemming met de waterinstallatieschema's in de plannings-
documenten.
f Spoel het leidingsysteem grondig door voordat de warmte-
f
pomp wordt aangesloten. Vreemde voorwerpen, zoals roest,
zand, afdichtingmateriaal belemmeren de goede werking van
de warmtepomp. Wij adviseren om in de cv-retour onze fil-
termodule te monteren (zie hoofdstuk "Toebehoren").
Om het toestel gemakkelijk te kunnen aansluiten op de verwar-
mingsinstallatie, zijn stekkers bij het toestel geleverd (zie hoofd-
stuk "Koppelingen monteren").
f Sluit de verwarmingsinstallatie op de aansluitingen "Ver-
f
warming aanvoer" en "Verwarming retour" aan. Let op de
dichtheid.
f Let op de juiste aansluiting van de verwarmingsaanvoer en
f
-retour.
f Let bij de dimensionering van het verwarmingscircuit op het
f
maximaal beschikbare, externe drukverschil (zie hoofdstuk
"Technische gegevens/gegevenstabel").
f Voer de bouwtype uit overeenkomstig de geldende
f
voorschriften.
Het expansievat aan de verwarmingszijde is in de fabriek aan het
kapventiel geopend en verzegeld.
Veiligheidsklep
1 Afvoer
2 Afloop
f Gebruik een afvoer met voldoende capaciteit om het water
f
bij volledig geopende veiligheidsklep ongehinderd af te
voeren.
f Controleer of de afvoer van de veiligheidsklep geopend is in
f
de richting van de atmosfeer.
f Installeer de afvoer van de veiligheidsklep met een traploos
f
verval naar de afloop. De afvoer mag bij het installeren niet
geknikt worden.
www.stiebel-eltron.com
11.6 Zuurstofdiffusie
Materiële schade
!
Vermijd open verwarmingsinstallaties. Gebruik bij vloer-
verwarmingen met kunststofleidingen zuurstofdiffusie-
dichte leidingen.
Bij vloerverwarmingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststof-
leidingen of open verwarmingsinstallaties kan door zuurstofdiffu-
sie corrosie optreden aan de stalen delen van de verwarmingsin-
stallatie (bijv. aan de warmtewisselaar van de warmwaterboiler,
aan buffervaten, stalen verwarmingselementen of stalen buizen).
f Scheid bij zuurstofdoorlatende verwarmingssystemen
f
het verwarmingssysteem tussen verwarmingscircuit en
buffervat.
Materiële schade
!
De corrosieproducten (bijv. roestslib) kunnen in de com-
ponenten van de verwarmingsinstallatie neerslaan en
door vernauwing van de doorsnede vermogensverlies of
storingsuitschakelingen veroorzaken.
11.7 Verwarmingsinstallatie vullen
Watertoestand
Voor de installatie wordt gevuld, moet een analyse van het vulwa-
ter beschikbaar zijn. Deze kan bijvoorbeeld opgevraagd worden
bij de bevoegde watermaatschappij.
Materiële schade
!
Om schade door steenvorming te voorkomen, moet het
vulwater eventueel behandeld worden door het te ont-
harden of te ontzouten. De in het hoofdstuk "Technische
gegevens/gegevenstabel" vermelde grenswaarden voor
het vulwater moeten absoluut nageleefd worden.
f Controleer de grenswaarden 8-12 weken na de inge-
f
1
2
Info
Bij een geleidbaarheid van >1000 µS/cm is waterbehan-
deling door ontzouting beter geschikt om corrosie te
vermijden.
Info
Geschikte toestellen voor ontharden en ontzouten en om
verwarmingsinstallaties te vullen en te spoelen, kunt u
via de vakhandel aankopen.
Info
Wanneer u het vulwater behandelt met inhibitoren of
additieven, gelden de grenswaarden zoals bij ontzouting.
Verwarmingsinstallatie vullen
Materiële schade
!
Schakel de installatie niet elektrisch in voordat deze is
gevuld!
bruikname en tijdens het jaarlijkse onderhoud van
de installatie.
WPF | WPF cool |
27