BEDIENING
Veiligheid
de in de titel van dit hoofdstuk aangegeven norm, kunnen de
afwijkingen aanzienlijk zijn.
Andere factoren die de meetwaarden beïnvloeden, zijn de meet-
middelen, de constellatie en ouderdom van de installatie en de
debieten.
Bevestiging van de aangegeven prestatiegegevens is slechts mo-
gelijk, wanneer ook de hiervoor uitgevoerde meting volgens de
omstandigheden van de in de titel van dit hoofdstuk aangegeven
norm wordt uitgevoerd.
2.
Veiligheid
2.1
Voorgeschreven gebruik
Het toestel is bedoeld voor:
- Verwarmen van ruimtes.
- Drinkwateropwarming
Houd rekening met de werkingsgebieden die vermeld zijn in de
tabel met de technische gegevens.
Het toestel is bestemd voor gebruik in een huishoudelijke omge-
ving. Het kan veilig bediend worden door personen die daarover
niet geïnstrueerd zijn. Het toestel kan eveneens buiten een huis-
houden gebruikt worden, bijv. in het kleinbedrijf, voor zover het
op dezelfde wijze gebruikt wordt.
Elk ander gebruik geldt niet als gebruik conform de voorschriften.
Bij gebruik conform de voorschriften hoort ook het in acht nemen
van deze handleiding evenals de handleidingen voor het gebruikte
toebehoren.
2.2
Veiligheidsaanwijzingen
- De elektrische installatie en de installatie van het verwar-
mingscircuit mogen alleen uitgevoerd worden door een er-
kende, gekwalificeerde installateur.
- De installateur is tijdens de installatie en de eerste inge-
bruikname verantwoordelijk voor het naleven van de gelden-
de voorschriften.
- Gebruik het toestel uitsluitend als het volledig geïnstalleerd
is en als alle veiligheidsvoorzieningen aangebracht zijn.
- Bescherm het toestel tegen stof en vuil tijdens de bouwfase.
WAARSCHUWING letsel
!
Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, alsmede
door personen met verminderde fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring
en kennis gebruikt worden, wanneer er toezicht op hen
gehouden wordt, of wanneer ze met betrekking tot het
veilige gebruik van het toestel geïnstrueerd zijn en de
gevaren die daaruit ontstaan, begrepen hebben. Kinde-
ren mogen niet met het toestel spelen. Kinderen mogen
zonder toezicht geen reiniging of gebruikersonderhoud
uitvoeren.
WAARSCHUWING Letsel
!
f Gebruik het toestel om veiligheidsredenen alleen
f
met een gesloten behuizing.
www.stiebel-eltron.com
Info
Het is niet toegestaan specifieke installatie-instellingen
van de regeling te veranderen. De regeling is door uw
installateur ingesteld, zodat deze voldoet aan de plaat-
selijke omstandigheden van uw woning en uw persoon-
lijke wensen. Om te voorkomen dat de toestelspecifieke
parameters onopzettelijk worden veranderd, zijn deze
beschermd met een code.
De parameters die zijn bestemd voor het aanpassen van
het toestel aan uw persoonlijke wensen, zijn niet bevei-
ligd met code.
2.3
Keurmerk
Zie het typeplaatje op het toestel.
3.
Toestelbeschrijving
Het toestel is een verwarmingswarmtepomp die geschikt is voor
gebruik als brine/water-warmtepomp. Aan het warmtebronme-
dium wordt door de warmtepomp op een laag temperatuurniveau
warmte onttrokken, die dan samen met de door de compressor
opgenomen energie op een hoger temperatuurniveau wordt af-
gegeven aan het verwarmingswater. Afhankelijk van de tempe-
ratuur van de warmtebron kan het verwarmingswater worden
opgewarmd tot een aanvoertemperatuur van 65 °C.
In het toestel zijn de verwarmingscirculatiepomp, een multifunc-
tionele groep (MFG) met veiligheidsmodule en een 3-weg-klep
voor omschakeling tussen het verwarmingscircuit en het circuit
voor de warmwateropwarming ingebouwd. De opwarming van het
warm water wordt gerealiseerd door het door de warmtepomp
opgewarmde verwarmingswater door een warmtewisselaar in de
warmwaterboiler te pompen, waarbij de warmte wordt afgegeven
aan het warm water.
Het toestel beschikt over een elektrische nood-/bijverwarming
(DHC). Tijdens monovalente werking wordt, zodra het bivalentie-
punt niet meer wordt gehaald, de elektrische nood-/bijverwar-
ming als noodverwarming geactiveerd, om de verwarmingsfunctie
en de beschikbaarheid van warm water met een hoge temperatuur
te waarborgen. In mono-energetische werking wordt in een der-
gelijk geval de elektrische nood-/bijverwarming als bijkomende
verwarming geactiveerd.
Het toestel wordt geregeld met een ingebouwde, buitentempe-
ratuur-afhankelijke retourtemperatuurregeling (warmtepomp-
manager WPM3i).
De WPM3i stuurt ook de warmwateropwarming tot de gewenste
temperatuur. Als tijdens de bereiding van het warm water de
hogedruksensor of heetgasbewaking van de warmtepomp wordt
geactiveerd, wordt de bereiding van het warm water automatisch
afgesloten door een ingebouwde elektrische nood-/bijverwarming
wanneer de WW-leerfunctie gedeactiveerd is. Als de WW-leer-
functie geactiveerd is, wordt de bereiding van het warm water
beëindigd en wordt de nominale waarde van het warm water
overschreven met de bereikte warmwatertemperatuur.
De WPM3i regelt ook de ingebouwde, elektrische nood-/bijver-
warming. Het is niet mogelijk nog een warmteopwekker aan te
sturen.
WPF | WPF cool |
5