Download Print deze pagina

Stiebel Eltron WPF 04 Handleiding Voor Bediening En Installatie pagina 17

Brine/water

Advertenties

BEDIENING
Menustructuur
……„
MENGDYNAMIEK
Looptijd van de mengklep
Instelbereik 60 tot 240
Met deze instelling kunt u het gedrag van de mengklep aanpassen.
De instelling 60 tot 240 betekent 6 K tot 24 K regelafwijking.
De aftastsnelheid bedraagt 10 seconden en de minimale inscha-
kelduur bedraagt voor de mengklep 0,5 sec. Binnen de dode zone
±1 K van de gevraagde waarde reageert de mengklep niet.
Voorbeeld voor de instelling 100 = 10 K.
De regelafwijking (gevraagde mengkleptemperatuur – actuele
mengkleptemperatuur) bedraagt 5 K. De mengklep werkt 5 se-
conden en pauzeert daarna 5 seconden, waarna het proces wordt
herhaald.
De regelafwijking (gevraagde mengkleptemperatuur – actuele
mengkleptemperatuur) bedraagt 7,5 K. De mengklep werkt 7,5
seconden en pauzeert daarna 2,5 seconden, waarna het proces
wordt herhaald.
Hoe kleiner de regelafwijking, hoe korter de inschakelduur van
de mengklep en hoe langer de pauzes.
Als bij dezelfde regelafwijking de waarde Loopt-mengkl wordt
verkleind, wordt de inschakelduur altijd langer en de pauze altijd
korter.
Voorbeeld voor instelling 100 en een momentele regelafwijking
van 5 K.
5 K van 10 K = 50 % = inschakelduur
Voorbeeld: Regelafwijking
1 Instelling 100 = regelafwijking 10 K
2 Regelafwijking 5 K
3 Regelafwijking in K
4 Inschakelduur in %
……„
Stijging verwarmingscurve
In menuoptie "Stijging verwarmingscurve" kunt u voor verwar-
mingscircuit 1 en 2 telkens een stooklijn instellen.
Info: uw installateur heeft voor elk verwarmingscircuit een voor
het gebouw en de installatie optimale stooklijn ingesteld. Bij
verwarmingscircuit 1 is de stooklijn gebaseerd op de warmte-
www.stiebel-eltron.com
1
± 1 K
2
4
3
pomp-retourtemperatuur; bij verwarmingscircuit 2 op de meng-
klep-aanvoertemperatuur.
Als de stooklijn op de warmtepompmanager wordt verplaatst,
wordt bovenaan in het display de berekende nominale retour- of
aanvoertemperatuur in functie van de buitentemperatuur en de
nominale kamertemperatuur weergegeven.
Zodra u in het menu INSTELLINGEN/ VERWARMEN / BASISINSTEL-
LING bij de parameter VASTE-WAARDEWERKING een temperatuur
selecteert, wordt stooklijn 1 verborgen en op het display geeft
VASTE-WAARDEWERKING NOM. TEMPERATUUR de overeenkom-
stige temperatuur aan.
In de fabriek is voor verwarmingscircuit 1 de stooklijn op 0,6 in-
gesteld; voor verwarmingscircuit 2 is de stooklijn ingesteld op
0,2. De stooklijnen gelden voor een gevraagde kamertemperatuur
van 20 °C.
100
80
60
40
20
Y Retour-/aanvoertemperatuur [°C]
X Buitentemperatuur [°C]
……„
VERWARMINGSCURVE
Instelling programmawerking omschakelen tussen Comfort- en
ECO-werking
De afbeelding toont de grafiek met de ingestelde stooklijn met
betrekking tot een nominale kamerwaarde voor de Comfort-wer-
king. De tweede weergegeven stippellijn heeft betrekking op een
nominale kamerwaarde voor de ECO-werking.
60
40
20
0
20
15
10
5
Y Retour-/ aanvoertemperatuur [°C]
X Buitentemperatuur [°C]
1 Comfort-bedrijf
2 ECO-bedrijf
Stooklijn aanpassen
Voorbeeld:
Bij een verwarmingsinstallatie is in het tussenseizoen bij een bui-
tentemperatuur tussen 5 °C en 15 °C de temperatuur in het huis
te laag hoewel de radiatorkranen open staan, bij buitentempera-
turen ≤ 0 °C is de temperatuur in het huis in orde. Dit probleem
3
2,5
2
1,5
1,2
1
0,8
0,6
0,4
0,2
1
2
0
-5
-10
-15
-20
WPF | WPF cool |
17

Advertenties

loading