NEDERLANDS Volledige en originele instructies INHOUDSOPGAVE ALGEMENE AANBEVELINGEN EN WAT TE DOEN ALS (handleiding voor het oplossen van VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VEILIGHEID problemen) Algemene waarschuwingen ........3 Problemen oplossen .
– Op het voedingsnet van de installatie moet een uitschakelapparaat ALGEMENE AANBEVELINGEN EN worden aangesloten (niet meegeleverd) met een openingsafstand VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VEILIGHEID tussen de contacten die volledige uitschakeling mogelijk maakt in de omstandigheden die gelden voor overspanningscategorie III. ALGEMENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VEILIGHEID –...
Tenzij u een schakelaar gebruikt, moeten de bedienings- Apparaten met radio-inrichting elementen op een hoogte van minimaal 1,5 m worden geïnstalleerd – Nice S.p.A., de fabrikant van deze apparatuur, verklaart hierbij dat het en mogen ze niet toegankelijk zijn. product voldoet aan richtlijn 2014/53/EU.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT INSTALLATIE BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT INSTALLATIE SPIDER is een elektromechanische actuator voor de automatisering van sectio- naalpoorten, uitstekende en niet-uitstekende kanteldeuren. CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE Voor toepassing bij niet-uitstekende kanteldeuren of uitstekende kanteldeuren zonder veren, moet het accessoire SPA5 worden gebruikt (niet bijgeleverd).
GEBRUIKSLIMIETEN VAN HET PRODUCT De maten in “Tabel 1” zijn indicatief en dienen uitsluitend om een maximale schatting te maken. De vraag of SPIDER daadwerkelijk geschikt is om een be- De gegevens met betrekking tot de prestaties van de SPIDER-productlijn vindt paalde poort te automatiseren, hangt af van de balanceringsgraad van de vleu- u in het hoofdstuk “TECHNISCHE KENMERKEN”...
WERKZAAMHEDEN TER VOORBEREIDING VAN DE INSTALLATIE In de afbeelding wordt een voorbeeld van een automatiseringsinstallatie met Nice-componenten weergegeven. A Reductiemotor Opmerking 1 Als de voedingskabel langer is dan 30 m, is er een kabel B Fotocellen met een grotere doorsnede nodig (3 x 2,5 mm...
B 0 ÷ 400 mm E 65 ÷ 300 mm INSTALLATIE VAN DE REDUCTIEMOTOR Om SPIDER te installeren: als u over een hele rail beschikt, ga dan direct door naar de handelingen in afbeelding 12 Een onjuiste installatie kan ernstig letsel veroorzaken bij de-...
Pagina 9
Indien een tussenbevestiging van de geleiding gewenst is, kan de 4 wor- steek de pin (H) van de motor in de kop (G) den gebruikt vinnen (C) aanwezig in het gewricht.Om dit te doen, draait u plaats de beugel (I) en bevestig hem met de vier schroeven ("Afbeelding eenvoudig de flappen met 90 of 180°...
Pagina 10
monteer de pin (O) op de trekstang (L) gebruik een trap om de reductiemotor op te tillen totdat de beugels te- haak de stang aan de motorslede ( P) gen het plafond komen zet de beugel op zijn plaats vast met de twee schroeven ("Afbeelding teken de punten af waar geboord moet worden en leg de reductiemotor 16") weer op de grond ("Afbeelding 19")
HANDMATIG ONTGRENDELEN EN VERGRENDELEN zet het ontgrendelingssysteem (S) in elkaar door de schroef (V) aan te draaien en borgring (R) ertussen te plaatsen ("Afbeelding 22") VAN DE REDUCTIEMOTOR De reductiemotor is uitgerust met een mechanisch ontgrendelingssysteem waarmee de poort handmatig geopend en gesloten kan worden. Deze handelingen dienen te worden uitgevoerd als de elektrische energie uitvalt, bij storingen in functionering en tijdens de installatie.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN VOORAFGAANDE CONTROLES Alle elektrische aansluitingen moeten tot stand worden ge- bracht met de netspanning uitgeschakeld en de noodvoeding (indien aanwezig in de automatisering) losgekoppeld. De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalifi- ceerd personeel worden uitgevoerd. Doe het volgende om de elektrische aansluitingen tot stand te brengen: draai de schroef (A) los trek de kap (B) een beetje naar buiten en draai hem omlaag ("Afbeel- ding 27")
SCHEMA EN BESCHRIJVING VAN DE AANSLUITINGEN 4 2 1 AANSLUITSCHEMA Flash PHOTO Photo STOP Stop 12V OSE Bluebus Aerial 4 2 2 BESCHRIJVING VAN DE AANSLUITINGEN Tabel 5 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Klemmen Beschrijving FLASH Deze uitgang is standaard geprogrammeerd voor de bediening van een knipperlicht. De uitgang is programmeerbaar (zie hoofdstuk (out beperkt tot 10 W - 24 V) “PROGRAMMERING BESTURINGSEENHEID”).
ADRESSERING VAN DE AANGESLOTEN 4 2 3 FUNCTIES VAN DE TOETSEN OP DE BESTURINGSEENHEID INRICHTINGEN MET BLUEBUS-SYSTEEM Op de besturingseenheid bevinden zich 4 toetsen: deze kunnen op verschillende manieren reageren naargelang van de status waarin de besturingseenheid zich Het systeem “BlueBUS” biedt de mogelijkheid om de besturingseenheid via bevindt.
Tabel 6 EINDCONTROLES EN START ADRESSEN VAN DE FOTOCELLEN Fotocel Positie van de bruggen EINDCONTROLES EN START Alvorens met de fase van de eindcontroles en de start van de automatisering FOTO te beginnen, is het raadzaam om de vleugel halverwege de loopweg te zetten Fotocel binnenzijde h = 50 cm die bij het sluiten in zodat hij onbelemmerd zowel open als dicht kan gaan.
HERKENNING VAN INRICHTINGEN HANDMATIGE PROGRAMMERING VAN DE OPENINGS- EN SLUITAFSTANDEN VAN DE POORT Nadat de installatie van stroom is voorzien, dient de besturingseenheid de op de ingangen “BlueBUS” en “STOP” aangesloten inrichtingen te herkennen, Na het aanleren van de inrichtingen moeten de openings- en sluitafstanden van en verder ook de op de schakelaar ingestelde draairichting van de motor.
AUTOMATISCH ZOEKEN VAN KRACHTEN Na wijziging van de afstandswaarden of van de instellingen voor de snelheid, de draairichting of de ontladingswaarde moet de besturingseenheid de procedure “Automatisch zoeken van krachten” opnieuw starten: er wordt automatisch een openings- en een sluitmanoeuvre uitgevoerd zodat de besturingseenheid de be- nodigde kracht voor de opeenvolgende manoeuvres kan bepalen.
OMKEREN VAN DE DRAAIRICHTING VAN DE MOTOR Om de draairichting te wijzigen, volstaat het de schakelaar (A) op de gewens- te richting te plaatsen en het zoeken naar Bluebus-inrichtingen te starten (zie hoofdstuk “Herkenning van inrichtingen” op pag. 16). Wanneer de schakelaar is ingesteld zoals weergegeven in Afbeelding 37 (stan- daardinstelling, typische installatie), wordt de opening van de automatise- ring uitgevoerd door de poort in de richting van de motor te verplaatsen.
Van alle genoemde documenten stelt Nice, via de eigen tech- als gevaarlijke situaties die worden veroorzaakt door de beweging van nische assistentiedienst, de gebruikshandleidingen en gidsen de vleugels opgeheven zijn door middel van begrenzing van de stoot- ter beschikking.
Raadpleeg bij de uitvoering van de programmeringsprocedures de “Afbeel- RADIOPROGRAMMERING ding 40” voor de identificatie van de radiotoets (A) en de led R (B) op de besturingseenheid. RADIOPROGRAMMERING BESCHRIJVING VAN DE RADIOPROGRAMMERING Aerial De besturingseenheid omvat een geïntegreerde radiozender die het mogelijk maakt om met de volgende soorten radiocommando’s te werken: unidirectioneel en bidirectioneel.
Pagina 21
OXI/OXIBD/OXIFM/OXIT/OXITFM IN UITGEBREIDE MODUS II Instructie Beschrijving Gedeeltelijk openen 3 Gedeeltelijk openen (opening van de poort tot de afstand geprogrammeerd met Gedeeltelijke opening 3) Automatisering Veroorzaakt een openingsmanoeuvre en blokkeert aan het einde hiervan de automatisering; de besturingseenheid accepteert geen openen en andere instructies, behalve “Stap-voor-stap hoge prioriteit”, “Ontgrendelen”...
CONTROLE CODERING ZENDERS Om na te gaan tot welke codering de eventueel al in de ontvanger opgeslagen zenders behoren, gaat u te werk zoals aangegeven in de volgende tabel: Tabel 12 CONTROLE VAN HET TYPE CODERING DAT DOOR DE AL OPGESLAGEN ZENDERS WORDT GEBRUIKT Beschrijving Symboliek OFF ON...
7 3 2 GEHEUGENOPSLAG IN “MODUS 2” Tijdens de uitvoering van de procedure opgegeven in “Tabel 14” slaat de ontvanger slechts één toets van alle toetsen op de zender op; daarbij wordt de door de installateur gekozen functionaliteit toegewezen. Om nog meer toetsen op te slaan, moet u de procedure voor iedere toets die u wilt opslaan van bij het begin herhalen. De uitgevoerde opslag zal één enkele geheugenplaats innemen en aan de opgeslagen toets zal het commando worden gekoppeld dat door de installateur is geko- zen in de “Lijst met commando’s”...
WISSEN AFSTANDSBEDIENING 7 4 1 EEN ENKEL COMMANDO GEKOPPELD AAN EEN TOETS UIT HET GEHEUGEN VAN DE ONTVANGER WISSEN Tijdens de uitvoering van de procedure opgegeven in “Tabel 16” kan de opslag van een commando gekoppeld aan een toets worden gewist. Let op! Als de zender in “Modus 1”...
7 4 3 BLOKKERING (OF DEBLOKKERING) VAN OPSLAGPROCEDURES UITGEVOERD VIA DE PROCEDURE “VLAKBIJ DE BESTURINGSEENHEID” EN/OF VIA DE “ACTIVERINGSCODE” Via de procedure aangegeven in “Tabel 18” kan de opslag van nieuwe zenders in de ontvanger worden tegengegaan wanneer men de procedure “vlakbij de ont- vanger”...
PROGRAMMERING BESTURINGSEENHEID PROGRAMMERING BESTURINGSEENHEID Op de besturingseenheid zitten 3 toetsen: (“Afbeelding 42”) die kunnen worden gebruikt voor zowel het bedienen van de besturingseenheid als voor het programmeren van de beschikbare functies. Aerial De beschikbare programmeerbare functies zijn ingedeeld op twee niveaus en L8”...
PROGRAMMERING EERSTE NIVEAU (ON-OFF) Alle functies van het eerste niveau zijn in de fabriek geprogrammeerd op “OFF” en kunnen op een willekeurig moment worden gewijzigd. Raadpleeg “Tabel 19” om de verschillende functies na te gaan. 8 2 1 PROCEDURE VOOR PROGRAMMERING OP HET EERSTE NIVEAU De programmeerprocedure geeft ongeveer 20 seconden tijd tussen het indrukken van de ene toets en de andere.
PROGRAMMERING TWEEDE NIVEAU (INSTELBARE PARAMETERS) Alle parameters van het tweede niveau zijn in de fabriek geprogrammeerd zoals in de “KLEUR GRIJS” aangegeven in “Tabel 20” en kunnen op elk moment worden veranderd. De parameters zijn instelbaar op een schaal van 1 tot 8. Om de waarde te weten die overeenkomt met elke led, zie “Tabel 20”. ATTENZIONE: Als de configuratie van een parameter (niveau 2) niet wordt herkend vergeleken met de bestaande configuraties, zal de besturingseenheid de twee leds L1 en L8 tegelijkertijd afwisselend laten branden om aan te geven dat de actuele waarde buiten het bereik ligt.
Pagina 29
FUNCTIES VAN HET TWEEDE NIVEAU (INSTELBARE PARAMETERS) Ingangsled Parameter Led (niveau) Ingestelde waarde Beschrijving Lampje poort open Actief als poort gesloten is Actief als poort open is Knipperlicht Uitgang FLASH Selecteert de inrichting die op de uitgang FLASH (Out1) is aangesloten. Elektrische vergrendeling Elektrische vergrendeling Zuignap...
Het aantal manoeuvres waarna de signalisatie plaats- – W2 = wifi/BT (led status wifi-communicatie) vindt, kan via de app MyNicePro of via alle compatibele interfaces van Nice wor- – P1 = druk 10 s = reset fabrieksinstellingen den geconfigureerd.
De module slaagt er niet in om verbinding te maken met het wifi- Rood permanent Groen brandend Permanent thuisnetwerk of met de Nice-cloud. 8 5 2 INTERFACE BIDI-WIFI Let op! Als de interface BiDi-Wifi niet correct geplaatst wordt, kan hij beschadigd raken of de besturingseenheid blijvend be-...
MyNice Pro Z-WAVE™ De SPIDER motoren zijn compatibel met het Z-Wave™-protocol, waarmee op zeer eenvoudige wijze alle functies van de automatisering kunnen worden be- heerd, via de app van de gateway Z-Wave™ die geïnstalleerd is in uw woning.
WAT TE DOEN ALS (handleiding voor het oplossen van problemen) WAT TE DOEN ALS... (handleiding voor het oplossen van problemen) PROBLEMEN OPLOSSEN In de volgende tabel worden nuttige tips gegeven voor gevallen van storing die tijdens de installatie of bij defecten kunnen optreden. Tabel 23 OPSPORING VAN DEFECTEN Symptomen...
SIGNALERINGEN MET HET KNIPPERLICHT Het knipperlicht FLASH zal tijdens de manoeuvre één maal per seconde knipperen; wanneer er een storing is, zal het kortere knippersignalen geven; deze knipper- signalen worden tweemaal herhaald met daartussen een pauze van een seconde. Tabel 25 SIGNALERINGEN OP HET KNIPPERLICHT FLASH Snelle knippersignalen Oorzaak...
Pagina 35
Het product is voorzien van een geïntegreerde verlichting met witte leds en is bedoeld om het lokaal tijdens de volledige manoeuvre te verlichten alsook gedurende de geprogrammeerde tijd na de manoeuvre. Daarenboven is de motorkop voorzien van groene en rode leds; deze laatste dienen om de aanwezigheid van de meest voorkomende afwijkingen te signaleren.
Pagina 36
Tabel 28 LEDS OP DE TOETSEN VAN DE BESTURINGSEENHEID Led 1 Beschrijving Tijdens de normale werking geeft dit aan dat “Automatisch sluiten” niet actief is. Tijdens de normale werking geeft dit aan dat “Automatisch sluiten” actief is. Programmering van de functies in uitvoering. Als de led tegelijk met “L2”...
RADIODIAGNOSTIEK Tabel 29 SIGNALERING VAN DE LED R VAN DE BESTURINGSEENHEID Langdurige knipperingen > kleur GROEN bij inschakeling Gebruikte codering: “O-code” Geen enkele afstandsbediening opgeslagen Langdurige knipperingen > kleur GROEN tijdens de werking Dit geeft aan dat de ontvangen code niet is opgeslagen Opslag van de code in het geheugen Geheugen gewist Tijdens het programmeren geeft dit aan dat de code niet in het geheugen mag worden opgeslagen.
VERDERE INFORMATIE (Accessoires) Flash OPTICAL SENSOR (max 15mA) VERDERE INFORMATIE (Accessoires) Photo 10 1 TOEVOEGEN OF VERWIJDEREN VAN INRICHTINGEN STOP (-) SIGNAL U kunt op elk gewenst moment een inrichting aan een geïnstalleerde automa- Stop 12 V (+) tisering toevoegen of er een uit verwijderen. Met name op “BlueBUS” en de 12V OSE ingang “STOP”...
10 1 6 FOTOCELLEN MET RELAIS MET FUNCTIE FOTOTEST De besturingseenheid omvat de functie FOTOTEST, die de betrouwbaarheid van de veiligheidsinrichtingen verhoogt. Deze functie maakt het mogelijk om voor het geheel bestaande uit de besturingseenheid en de veiligheidsfotocellen de “categorie II” volgens de norm EN 13849-1 te bereiken. Let op! Om de FOTOTEST-functionaliteit te kunnen activeren, moet de programmering van de OGI-uitgang worden gewijzigd (zie hoofdstuk “Programmering tweede niveau (instelbare parameters)“...
10 1 7 FOTOCELLEN MET RELAIS ZONDER FUNCTIE FOTOTEST De besturingseenheid omvat de specifieke FOTO-ingang waarop het NC-contact van de fotocellen met relais kan worden aangesloten. In tegenstelling tot de confi- guratie met “FOTOTEST” wordt de manoeuvre na een commando uitgevoerd zonder de geldigheid van het signaal afkomstig van de fotocellen te controleren; toch blijft de reactiviteit bij verandering van de status van de externe fotocellen onveranderd.
10 1 8 ELEKTRISCHE VERGRENDELING sluit de speciale kabel aan op de connector van de bufferbatterij (PS124) ("Afbeelding 59") Uitgang OGI is in de fabriek geactiveerd voor de functie OGI (lampje Hek open = Open Gate Indicator), maar kan ook geprogrammeerd worden voor de besturing van een elektrisch slot (zie paragraaf “Programmering tweede niveau (instel- bare parameters)”...
10 3 AANSLUITING VAN DE OVIEW- PROGRAMMEEREENHEID Op de besturingseenheid is een BusT4-connector aanwezig, waarop de “Oview”-programmeereenheid kan worden aangesloten door middel van de IBT4N-interface; met deze eenheid kunnen installatie, onderhoud en diagnostiek van de volledige automatisering in zijn geheel snel beheerd worden. Om toegang te krijgen tot de connector, moet u te werk gaan zoals weergegeven op de afbeelding en de connector op het daarvoor bestemde punt aansluiten.
Op de volgende pagina’s worden alle parameters en functionaliteit van de besturingseenheid met de respectieve referentiewaarden vermeld. Met uitzondering van enkele parameters die alleen gelezen kunnen worden, kunnen zo goed als alle beschikbare parameters met behulp van alle compatibele interfaces van Nice worden gewijzigd.
11 3 INSTALLATIEPARAMETERS Bluebus zoeken (0x0A) Met deze functie kan de procedure worden gestart voor het aanleren van de inrichtingen die op de Bluebus-ingang en de STOP-ingang zijn aangesloten. Wordt ook gebruikt om de draairichting van de motor te identificeren (zie paragraaf Draairichting motor) en de koppeling van de aangesloten uitbreidingsmodules uit te voeren. Programmering afstandswaarden Na eender welke wijziging aan de volgende parameters moet de besturingseenheid de procedure “Automatisch zoeken van krachten”...
Wissen van gegevens (0x0C) De hierna beschreven procedures voor wissen kunnen niet worden geannuleerd. Met deze functie kan de configuratie van de besturingseenheid en de erin opgeslagen gegevens worden gewist door te kiezen uit de beschikbare opties: – Geen wissen Er wordt geen enkele wisprocedure uitgevoerd;...
Pagina 47
Altijd sluiten (0x87) – Actief (ON OFF, standaard = OFF) Met deze functie kan de automatisering na een stroomuitval autonoom een sluitmanoeuvre uitvoeren. De functionaliteit wordt alleen na een stroomuitval geactiveerd. Functie ON = wanneer de stroomtoevoer is hersteld, wordt de sluitmanoeuvre uitgevoerd. Functie OFF = wanneer de stroomtoevoer is hersteld, blijft de automatisering in stilstand.
Pagina 48
– Interventietijd kracht (10 500, standaard varieert, 4 x De functie regelt de interventietijd wanneer het ingestelde krachtniveau in de verschillende bewegingsfasen wordt overschreden. [Kaart 1] - Maximale interventietijd tijdens de openingsmanoeuvre (standaard = 150ms - = 150ms) [Kaart 2] - Maximale interventietijd tijdens de vertragingsfase van de opening (standaard = 100ms - = 100ms) [Kaart 3] - Maximale interventietijd tijdens de sluitmanoeuvre (standaard...
Pagina 49
Bewegingsaanzet (0x8F) Na eender welke wijziging binnen dit menu moet de besturingseenheid de procedure “Automatisch zoeken van krachten” starten (zie paragraaf “Automatisch zoeken van krachten”) – Actief (ON OFF, standaard = OFF) Deze functie is nuttig bij aanwezigheid van verhoogde statische wrijving (bijv. sneeuw of ijs waardoor de automatisering blokkeert), want hiermee kunnen tijdelijk de snelheid en de kracht gebruikt in de eerste ogenblikken van de start worden verhoogd (zie tijd bewegingsaanzet) Functie ON = de waarden voor de functies die betrekking hebben op de kracht en de snelheid van de motor worden (tijdelijk) verhoogd om de motor tijdens de beginfase van een manoeuvre meer vermogen te geven...
Pagina 50
Automatische blokkering (ON OFF, standaard = OFF) (0x9A) Met deze functie kunnen de bewegingen van de automatisering worden tegengegaan. Functie ON = er wordt geen enkel type verzonden commando uitgevoerd, met uitzondering van de commando’s “Stap-voor-stap hoge prioriteit”, “Ontgrendelen”, “Ontgrendelen en sluiten” en “Ontgrendelen en openen”. Functie OFF = normale werking Blokkering toetsen (ON OFF, standaard = OFF)
In de navolgende tabellen worden alle beschikbare en door de besturingseenheid interpreteerbare commando’s vermeld. Deze commando’s zijn onderverdeeld in BASIS en GEAVANCEERDE commando’s en kunnen met eender welke bron worden gebruikt (afstandsbediening, bedra- de ingangen op klemmenbord, compatibele interfaces van Nice …) 12 1 BASISCOMMANDO’S Commando’s gebruikt in een typische installatie...
CONFIGURATIE COMMANDO’S CONFIGURATIE COMMANDO’S 13 1 STANDAARDCONFIGURATIE Dit deel groepeert de beschikbare configuraties die kunnen worden toegewezen aan de ingangen op de besturingseenheid (inclusief eventuele uitbreidingsmodules). Belangrijk! Opdat de besturingseenheid correct werkt, is het noodzakelijk dat aan de ingangen het gewenste commando en vervol- gens de gewenste bedrijfsmodus worden toegewezen.
BEDRIJFSMODI VAN DE COMMANDO’S BEDRIJFSMODI INSTRUCTIE BESCHRIJVING (standaard in vet) Stoppen en omkering (volledig) Foto2 Stoppen en korte omkering De besturingseenheid beheert de ingang als een beveiliging (Ingang beheerd als NC) Stop Tijdelijk stoppen Stoppen en omkering (volledig) Foto3 Stoppen en korte omkering De besturingseenheid beheert de ingang als een beveiliging (Ingang beheerd als NC) Stop...
Pagina 54
BEDRIJFSMODI BESCHRIJVING De openingsmanoeuvre wordt uitgevoerd. Openen 2 LET OP! Als het commando langer dan 2 seconden aanhoudt, voert de besturingseenheid een commando voor “gedeeltelijke opening 1” uit. De openingsmanoeuvre wordt alleen uitgevoerd als het commando blijft bestaan (persoon aanwezig). Na vrijgave van het commando Open persoon aanwezig voert de besturingseenheid een STOP-commando uit.
CONFIGURATIE INGANGEN CONFIGURATIE INGANGEN Onder dit item worden de functies gegroepeerd die beschikbaar zijn en toegewezen kunnen worden aan de ingangen die aanwezig zijn op de besturingseenheid en op eventuele uitbreidingsmodules (optionele accessoires). De ingangen op het klemmenbord van de besturingseenheid worden geïdentificeerd als: –...
CONFIGURATIE UITGANGEN CONFIGURATIE UITGANGEN In dit deel worden de op de uitgangen beschikbare functies vermeld die aanwezig zijn op de besturingseenheid en op eventuele uitbreidingsmodules (optionele accessoires). 15 1 CONFIGURATIE UITGANGEN BESTURINGSEENHEID Onder dit item worden de functies gegroepeerd die beschikbaar zijn en toegewezen kunnen worden aan de uitgangen die aanwezig zijn op de besturingseenheid van een automatisering.
CONFIGURATIE UITGANGEN BESTURINGSEENHEID FUNCTIE BESCHRIJVING Wanneer deze functie geprogrammeerd is, wordt de uitgang geactiveerd zodra de applicatie zich in positie van maximale Zuignap 1 sluiting bevindt. (0x0B) [opmerking 1] Opmerking: in alle andere situaties is de uitgang gedeactiveerd. Wanneer de zuignap gedeactiveerd is, wordt de tijd geprogrammeerd in de functie “tijd zuignap”...
Pagina 58
CONFIGURATIE UITGANGEN VAN DE UITBREIDINGSMODULES FUNCTIE BESCHRIJVING De uitgang voorziet de fotocellen met relais van stroom en controleert de integriteit ervan bij aanvang van de manoeuvre. FotoTest (0x25) Het type interactie is strikt gerelateerd aan de configuratie van de ingangen die geconfigureerd zijn als FOTO, FOTO1 en FOTO2.
TECHNISCHE KENMERKEN Alle vermelde technische specificaties hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20 °C (± 5 °C). Nice S.p.A. behoudt zich het recht voor om, wanneer dit maar noodzakelijk wordt geacht, wijzigingen aan het product aan te brengen, waarbij hoe dan ook de gebruiksbestemming en de functionaliteit gelijk blijven.
Pagina 60
Tabel 40 TECHNISCHE KENMERKEN VAN DE GEÏNTEGREERDE RADIO-ONTVANGER Beschrijving Technische kenmerk Type Ingebouwde bidirectionele ontvanger Decodering OXIBD: “BD”/“O-code” Maximumaantal zenders dat in het geheugen opgeslagen Tot 100, indien opgeslagen in “Modus 1” kan worden Ingangsimpedantie 50 Ω Ontvangstfrequentie 433,92MHz Zendfrequentie 433.92 MHz (alleen BD) Gevoeligheid - 108 dBm...
CONFORMITEIT CONFORMITEIT EU-verklaring van overeenstemming en inbouwverklaring betreffende “niet-voltooide machines” De EG-verklaring van overeenstemming is te downloaden vanaf de website www.niceforyou.com NEDERLANDS – 61...
ONDERHOUD VAN HET PRODUCT AFDANKING VAN HET PRODUCT ONDERHOUD VAN HET PRODUCT AFDANKING VAN HET PRODUCT Om het veiligheidsniveau constant te houden en de maximale levensduur van Dit product maakt deel uit van de automatisering en bijgevolg de gehele automatisering te garanderen, is regelmatig onderhoud noodzakelijk. dienen ze samen afgedankt te worden.
INSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN Voordat u de automatisering voor de eerste maal gaat gebruiken, is het raad- Veiligheidsinrichtingen buiten gebruik: het is mogelijk de automatisering ook zaam u door de installateur te laten uitleggen waar de restrisico’s ontstaan en te laten werken wanneer een van de veiligheidsinrichtingen niet goed functio- enkele minuten van uw tijd te besteden aan het lezen van deze handleiding met neert of buiten bedrijf is.
Pagina 67
Ontgrendeling en handmatige beweging De ontgrendeling mag alleen plaatsvinden wanneer de vleugel stilstaat De reductiemotor is uitgerust met een mechanisch ontgrendelingssysteem waarmee de poort handmatig geopend en gesloten kan worden. Deze handelingen dienen te worden uitgevoerd als de elektrische energie uitvalt, bij storingen in functionering en tijdens de installatie.
Pagina 68
Nice SpA Via Callalta, 1 31046 Oderzo TV Italy www.niceforyou.com info@niceforyou.com...