Handige functies voor het
bewerken van performances
Specifieke partijen aan- of uitzetten
(Mute-functie)
Dit is hetzelfde als in de modus Performance Play
(pagina 93).
Een specifieke partij solo stellen
Dit is hetzelfde als in de modus Performance Play
(pagina 93).
De [E]-indicator
Dit is hetzelfde als in de modus Performance Play.
Zie pagina 96.
De functie Compare
Met de functie Compare kunt u schakelen tussen de net
bewerkte performance en de oorspronkelijke, niet-bewerkte
performance, zodat u kunt horen wat het effect is op
het geluid.
1
Druk in de modus Performance Edit op
de knop [EDIT] om de modus Compare
te activeren.
Druk in de modus Performance Edit (het lampje [EDIT]
brandt) op de knop [EDIT] zodat het lampje gaat
knipperen. De [E]-indicator in de rechterbovenhoek van
het scherm verandert in de [C]-indicator en de
Performance-instellingen die zijn gemaakt voor het
bewerken worden tijdelijk teruggezet om te kunnen
vergelijken. Druk, als de [E]-indicator wordt weergegeven
in de modus Performance Play, op de knop [EDIT] om de
modus Performance Edit te activeren en druk vervolgens
nogmaals op de knop [EDIT] om de modus Compare
op te roepen.
Compare-indicator (geluid vóór bewerking)
2
Druk opnieuw op de knop [EDIT] om terug te
keren naar de oorspronkelijke status.
Wanneer de [C]-indicator in de rechterbovenhoek van de
display wordt weergegeven, drukt u op de knop [EDIT]
(het lampje blijft branden en de [C]-indicator verandert
weer in de [E]-indicator).
Vergelijk indien gewenst het bewerkte geluid met het
onbewerkte geluid door stap 1 en 2 te herhalen.
De gemaakte performance opslaan
1
Druk op de knop [STORE] om het venster
Performance Store op te roepen.
2
Selecteer de bestemming voor het opslaan van
de performance.
Selecteer een performancebank en -nummer als
bestemming met behulp van de datadraaiknop en
de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO].
U kunt ook de knoppen [USER 1] – [USER 4], Group [A] –
[H] en Number [1] – [16] gebruiken om de bestemming
op te geven.
3
Druk op de knop [ENTER]. (Op de display
wordt u gevraagd dit te bevestigen.)
Als u het opslaan wilt annuleren, drukt u op de knop
[DEC/NO].
4
Druk op de knop [INC/YES] om op te slaan.
Nadat de performance is opgeslagen, verschijnt het
bericht 'Completed' en keert u terug naar de display
Performance Play.
LET OP
Als u opslaat, worden de instellingen van het
bestemmingsgeheugen overschreven. Belangrijke data
moeten altijd worden opgeslagen op een USB-opslagapparaat
dat is aangesloten op de USB TO DEVICE-aansluiting of op
een computer die op hetzelfde netwerk is aangesloten als de
MOTIF XF. Zie pagina 241 voor gedetailleerde instructies over
het opslaan.
Performance bewerken
101
MOTIF XF Naslaggids