Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

[F2] Waveform Jobs - Yamaha MOTIF XF Naslaggids

Inhoudsopgave

Advertenties

Een voice of performance maken met de functie Sampling
1
2
3
1 Key Bank
Hiermee bepaalt u de keybank waaraan de gewenste sample
wordt toegewezen door het golfvormnummer (001 – 128) op
te geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de keybank
waaraan de geselecteerde golfvorm is toegewezen worden
automatisch onder het golfvormnummer weergegeven.
2 Type
Hiermee bepaalt u de mate waarin het loopdeel van
de sample wordt gesegmenteerd.
Instellingen: 1 – 4
3 Variation
Hiermee wordt bepaald hoe de oorspronkelijke sample door
deze job wordt gevarieerd.
Instellingen: normal1 – 2, reverse1 – 2
normal1 – 2
Met deze instellingen worden de sampledata gesegmenteerd en
herschikt zonder andere wijzigingen in de audio aan te brengen.
reverse1 – 2
Naast segmenteren en herschikken wordt ook het afspelen van
sommige segmenten omgekeerd.
LET OP
Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijke
dataconversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de
daadwerkelijke data-invoer via de knop [ENTER]. Het resultaat van
de job gaat verloren als u een andere display opent zonder de data
op te slaan via de knop [ENTER].
11: Slice
Met deze job verdeelt u de sample in afzonderlijke 'slices',
waarbij het aantal wordt bepaald door de nootlengte (met
Measure, Meter en Sub Divide). Gesegmenteerde samples
worden in oplopende volgorde aan alle toetsen van de
keybank toegewezen, te beginnen met de bij parameter
Lowest Key (laagste toets, 7) opgegeven toets. Als u deze
job opent vanuit de modus Song of Pattern worden er ook
nootdata voor het achtereenvolgens afspelen van de slices
gemaakt. Als u de nootdata en de slices in dezelfde volgorde
afspeelt, klinkt deze sample hetzelfde als de oorspronkelijke
'niet-gesegmenteerde' sample.
1
134
MOTIF XF Naslaggids
1 Key Bank
Hiermee bepaalt u de keybank waaraan de gewenste sample
wordt toegewezen door het golfvormnummer (001 – 128) op
te geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de keybank
waaraan de geselecteerde golfvorm is toegewezen worden
automatisch onder het golfvormnummer weergegeven.
7 Lowest Key
Hiermee bepaalt u het laagste toetsnummer van de toetsen
waaraan de gesegmenteerde samples achtereenvolgens
worden toegewezen.
Instellingen: C -2 – G8
In de display Record Slice van de modus Sampling
OPMERKING
Record (pagina 208) ligt deze parameter vast op 'C1' voor
de MOTIF XF6, op 'E0' voor de MOTIF XF7 en op 'A -1'
voor de MOTIF XF8 en kan dus niet worden ingesteld.
2 Type (Slice Type)
3 Measure
4 Meter
5 Sub Divide
6 Sens
8 Tempo
Met uitzondering van de parameter Lowest Key (laagste
toets) zijn alle parameters en instellingen hetzelfde als in
de display Record Slice van de modus Sampling Record
(pagina 208), die verschijnt als het samplen is voltooid
waarbij Type is ingesteld op 'slice+seq'.
LET OP
Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijke
dataconversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de
daadwerkelijke data-invoer via de knop [ENTER]. Het resultaat van
de job gaat verloren als u een andere display opent zonder de data
op te slaan via de knop [ENTER].

[F2] Waveform Jobs

Deze display bevat jobs voor het bewerken van golfvormen.
01: Copy
Met deze job kopieert u de data van één golfvorm naar een
andere golfvorm. De keybanks en samples die onderdeel
uitmaken van de golfvorm worden ook met deze job
gekopieerd.
1
2
2
3
4
5
6
7
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave