2 Voicenummer (groep/nummer)
Elke voice in een bank krijgt een nummer tussen 001 en 128
toegewezen.
Voicebank
Voicenummer
De voicenummers 001 t/m 128 worden geconverteerd naar
de indeling (tussen haakjes weergegeven) die hoort bij de
banken A t/m H en nummers 1 t/m 16 (voor elke bank).
Deze indeling hoort bij de groepsknoppen [A] – [H] en
de nummerknoppen [1] – [16]. De voicenummers en
de bijbehorende groepen/nummers worden hieronder
weergegeven.
Groep/nummer
A01 – 16
B01 – 16
C01 – 16
D01 – 16
E01 – 16
F01 – 16
G01 – 16
H01 – 16
3 Category (Main Category 1/Sub Category 1)
Hiermee worden hoofdcategorie 1 en subcategorie 1 van
de geselecteerde voice aangegeven. 'Category' is een
trefwoord dat de instrumenteigenschappen of het type geluid
aanduidt. Een vooraf ingestelde voice wordt geregistreerd in
twee sets: Hoofdcategorie en Subcategorie. U kunt de
categorie-instellingen bewerken in de display General
(pagina 55) van de modus Voice Common Edit. Raadpleeg
de toelichting van de display General voor meer informatie.
4 Voicenaam
Duidt de naam van de huidige voice aan.
5 Transmit CH (MIDI Transmit Channel)
Geeft het MIDI-kanaal aan waarmee via het toetsenbord/de
regelaar MIDI-data worden verzonden (naar een externe
sequencer, toongenerator of een ander apparaat).
Zie pagina 47 voor meer informatie over het instellen
van de waarde.
6 Octave
Hiermee wordt de instelling van Keyboard Octave
aangegeven die via de knoppen OCTAVE is ingesteld.
Deze parameter bepaalt hoeveel hoger of lager de
toonhoogte van elke toets is vergeleken met de
normale toonhoogte.
7 Control Function
Hiermee wordt de status van de knoppen en schuifregelaars
op het paneel aangegeven. Dit is gelijk aan het venster
Control Function (pagina 46).
8 Instellingen toewijzen
Deze sectie geeft voor elk van de regelaars aan of deze al
dan niet is toegewezen aan de bron van de besturingsset.
Groep
Nummer
Voicenummer
001 – 016
017 – 032
033 – 048
049 – 064
065 – 080
081 – 096
097 – 112
113 – 128
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play
9 [SF1] ARP1 – [SF5] ARP5 (Arpeggio 1 – 5)
De arpeggiotypen worden aan de knoppen toegewezen via
het symbool van de achtste noot in de display. U kunt deze
op elk moment tijdens uw toetsenbordspel oproepen door
op deze knoppen te drukken. In de display Arpeggio kunt
u Arpeggiotypen toewijzen aan de knoppen (pagina 52).
) [SF6] TAP
De snelheid waarmee u deze knop herhaaldelijk indrukt,
bepaalt het afspeeltempo van de arpeggio.
Dit menu is alleen beschikbaar voor de bovenste display
OPMERKING
van de modus Voice.
! [F1] Play (Voice Play)
Druk op deze knop om vanuit de vorige display terug
te keren naar de display Voice Play.
@ [F2] Porta (Portamento)
Druk op deze knop om de display Portamento (pagina 50)
op te roepen.
# [F3] EG/EQ (Envelope Generator/Equalizer)
Druk op deze knop om de display met de basis-EG-, filter-
en EQ-instellingen (pagina 51) op te roepen.
$ [F4] Arpeggio
Druk op deze knop om de display Arpeggio (pagina 52)
op te roepen.
% [F6] Effect
Druk op deze knop om de display Effect Connect
(pagina 64) van de modus Voice Common Edit op te roepen.
^ Arpeggiotempo
Hiermee wordt het arpeggioafspeeltempo aangegeven.
& Aan/uit-status van element
Geeft de aan/uit-status van elk element van de huidige voice
aan. Deze is alleen beschikbaar als er een normale voice is
geselecteerd.
* Huidige waarden
Geeft het huidige toonbuigingsbereik (PB UP en PB DOWN),
de huidige octaafinstelling van het toetsenbord (OCT) en
de huidige transponeerinstelling aan.
( Huidig arpeggiotype
Geeft het huidige arpeggiotype aan dat via de knoppen
[SF1] – [SF5] is geselecteerd.
49
MOTIF XF Naslaggids