Snel vooruit/achteruit
1
Verplaats de cursor naar de maat.
2
Blader vooruit of achteruit door de maten met
behulp van de knoppen [INC/YES], [DEC/NO]
en de datadraaiknop.
Naar een gewenste locatie in de song gaan
1
Verplaats de cursor naar de maat.
2
Druk op de knop [SF6] NUM zodat de knoppen
[SF1] – [SF5] en [F1] – [F6] als
nummerknoppen fungeren.
De knoppen [SF1] – [SF5] en [F1] – [F6] fungeren als nummerknoppen.
3
Voer de bestemmingsmaat in met behulp van
de knoppen [SF1] – [SF5] en [F1] – [F5].
Het maatnummer dat u invoert wordt boven in de display
weergegeven.
Hier staat het maatnummer dat moet worden ingevoerd.
4
Druk op de knop [ENTER] om de afspeelpositie
van de song daadwerkelijk te verplaatsen naar
de hierboven ingestelde bestemming.
Track dempen/solo-schakelen
Een track dempen
1
2
3
4
5
PART SELECT
9
10
11
12
13
PART MUTE
2
1
Druk op de knop [MUTE] zodat het
bijbehorende lampje gaat branden.
2
Druk op een van de nummerknoppen [1] tot
en met [16] bij de track die u wilt dempen.
Wanneer u op een van de nummerknoppen [1] – [16]
drukt, gaat het lampje van de ingedrukte knop uit en
wordt de bijbehorende track gedempt. Als u nogmaals
op dezelfde nummerknop drukt, wordt het afspeelgeluid
weer hoorbaar.
TRACK
6
7
8
PERFORMANCE
ARP ON/OFF
CONTROL
14
15
16
MUTE
SOLO
ARP HOLD
1
Een track solo-schakelen
2
1
Druk op de knop [SOLO] zodat het
bijbehorende lampje gaat branden.
2
Druk op een van de nummerknoppen [1] tot en
met [16] bij de track die u solo wilt schakelen.
Wanneer u op een van de nummerknoppen [1] – [16]
drukt, gaat het lampje van de ingedrukte knop knipperen
en is alleen de bijbehorende track te horen. Als u een
andere nummerknop indrukt, wordt een andere track
solo-geschakeld.
Tempo wijzigen
1
Verplaats de cursor naar het tempo.
2
Bewerk de tempowaarde met de knoppen
[INC/YES], [DEC/NO] en de datadraaiknop.
Diverse instellingen voor het afspelen
van songs toewijzen (songscene)
U kunt vijf verschillende 'snapshots' van belangrijke
songgerelateerde parameters, zoals transponeren, tempo,
demping/solo-status van tracks en de basissongmix-
configuratie, toewijzen aan de knoppen
[SF1] – [SF5] als songscenes. Een van de handige voordelen
van songscenes is dat u hiermee snel en automatisch
parameterinstellingen kunt doorvoeren waarvoor u anders
veel knoppen of regelaars nodig hebt. U kunt dit tijdens
het opnemen of afspelen van songs gebruiken om snel
instellingen te wijzigen.
Songsceneparameters
Tempo
Transpose (transponeren)
Play Effect-instellingen voor 16 tracks
Volume-instellingen voor 16 mixpartijen
Paninstellingen voor 16 mixpartijen
Reverb Send-instellingen voor
16 mixpartijen
Chorus Send-instellingen voor
16 mixpartijen
Cutoff Frequency-instellingen voor
16 mixpartijen
Resonantie-instellingen voor
16 mixpartijen
AEG Attack-instellingen voor
16 mixpartijen
AEG Release-instellingen voor
16 mixpartijen
Song afspelen
1
Tempo
Modus
Display Track View
Song
(pagina 139)
Display Play FX
(pagina 141)
Modus
Display Part 1-16
Mixing
(pagina 190)
EG-display
(pagina 194)
137
MOTIF XF Naslaggids