Performance bewerken
4 Chorus Return
Hiermee bepaalt u het retourniveau van het choruseffect.
Instellingen: 0 – 127
5 Chorus Pan
Hiermee bepaalt u de panpositie van het choruseffectgeluid.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
6 Reverb Return
Hiermee bepaalt u het retourniveau van het reverbeffect.
Instellingen: 0 – 127
7 Reverb Pan
Hiermee bepaalt u de panpositie van het reverbeffectgeluid.
Instellingen: L63 (uiterst links) - C (midden) - R63 (uiterst rechts)
Partijen instellen die beschikbaar zijn
voor het invoegeffect—[SF2] InsSwitch
In deze display bepaalt u welke partijen (van
performancepartijen 1 – 4 en de audio-invoerpart) worden
toegewezen aan de acht invoegeffecten.
1
1 Part 1 – 4, A/D
Hiermee bepaalt u de partijen die beschikbaar zijn voor het
invoegeffect. Als de schakelaar aan staat, wordt het
invoegeffect geactiveerd van de voice die aan de partij is
toegewezen. Controleer of deze parameter aan staat voor
partijen of voices waarop u invoegeffecten wilt toepassen.
De MOTIF XF beschikt over acht invoegeffectsystemen,
zodat u deze parameter kunt instellen voor alle vijf partijen.
Voor de A/D-invoerpart kunt u het type en de parameter
OPMERKING
van het invoegeffect instellen in de display Insertion A/B in
de Audio In-parameter van de modus Performance
Common Edit. Voor de partijen 1 – 4 kunt u het type en de
parameter van het invoegeffect niet instellen in de modus
Performance Edi, omdat deze instellingen zijn vastgelegd
bij de voice die aan elke partij is toegewezen. Als u de
invoegeffectinstellingen van elke partij wilt bewerken,
activeert u de modus Voice Edit en bewerkt u de
effectinstellingen van de gewenste voice.
108
MOTIF XF Naslaggids
Instellingen Reverb en Chorus—
[SF3] Reverb, [SF4] Chorus
Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
OPMERKING
pictogram LIST in het tabbladmenu bij de knop [SF6].
Nu kunt u de lijst oproepen met de knop [SF6] LIST en
vervolgens het gewenste item in de lijst selecteren.
Zie pagina 37 voor meer informatie.
1 Type
In de kolom Type kunt u een van de effecttypen uit
de geselecteerde categorie selecteren.
Instellingen: Zie pagina 24 voor meer informatie over de effecttypen.
2 Preset
U kunt verschillende parameters instellen om de manier
te wijzigen waarop het geluid wordt beïnvloed door het
geselecteerde effecttype. Met deze parameter kunt
u de vooraf geprogrammeerde instellingen van deze
effectparameters oproepen.
3 Effect Parameters
Het aantal beschikbare parameters en waarden is afhankelijk
van het huidige geselecteerde effecttype. Zie pagina 27 voor
meer informatie over de effectparameters. Zie de aparte
datalijst voor meer informatie over de parameters van
elk effecttype.
1
2
3