1 Key Bank
Hiermee bepaalt u de keybank waaraan de gewenste sample
wordt toegewezen door het golfvormnummer (001 – 128) op
te geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de keybank
waaraan de geselecteerde golfvorm is toegewezen worden
automatisch onder het golfvormnummer weergegeven.
2 Fade Type
Hiermee bepaalt u het type niveaufade: fade-in of fade-out.
Instellingen: fade in, fade out
3 Length
Hiermee bepaalt u de lengte van de fade-in of fade-out.
Als een fade-in is geselecteerd, bepaalt deze parameter de
lengte van de fade vanaf het opgegeven startpunt. Als een
fade-out is geselecteerd, bepaalt deze parameter de lengte
van de fade vanaf het begin van de fade tot het opgegeven
eindpunt.
De instelling 4410 voor Length komt ruwweg overeen met
0,1 seconde als Frequency is ingesteld op 44.1 kHz in
de display Setup (pagina 122) van de modus Sampling.
Instellingen: 0000000 – End point
Fade-in
Lengte
Startpunt
Fade-out
Lengte
Eindpunt
LET OP
Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijke
dataconversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de
daadwerkelijke data-invoer via de knop [ENTER]. Het resultaat van
de job gaat verloren als u een andere display opent zonder de data
op te slaan via de knop [ENTER].
08: Half Sampling Frequency
Met deze job halveert u de samplefrequentie van de
opgegeven sample. Dit kan worden gebruikt om hifi-samples
om te zetten naar een lofi-geluid en de samplegrootte te
halveren om geheugenruimte te besparen.
1
Een voice of performance maken met de functie Sampling
1 Key Bank
Hiermee bepaalt u de keybank waaraan de gewenste sample
wordt toegewezen door het golfvormnummer (001 – 128) op
te geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de keybank
waaraan de geselecteerde golfvorm is toegewezen worden
automatisch onder het golfvormnummer weergegeven.
LET OP
Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijke
dataconversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de
daadwerkelijke data-invoer via de knop [ENTER]. Het resultaat van
de job gaat verloren als u een andere display opent zonder de data
op te slaan via de knop [ENTER].
09: Stereo to Mono
Met deze job converteert u een stereosample naar
een monosample.
1
2
1 Key Bank
Hiermee bepaalt u de keybank waaraan de gewenste sample
wordt toegewezen door het golfvormnummer (001 – 128) op
te geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de keybank
waaraan de geselecteerde golfvorm is toegewezen worden
automatisch onder het golfvormnummer weergegeven.
2 Type
Hiermee bepaalt u welk kanaal, of beide kanalen, van
de stereosample worden omgezet naar een monosample.
Instellingen: L+R F mono, L F mono, R F mono
L+R F mono
Het linker- en rechterkanaal van een stereosample worden gemixt en
geconverteerd naar een monosample.
L F mono
Het linkerkanaal van een stereosample wordt geconverteerd naar een
monosample.
R F mono
Het rechterkanaal van een stereosample wordt geconverteerd naar
een monosample.
LET OP
Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijke
dataconversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de
daadwerkelijke data-invoer via de knop [ENTER]. Het resultaat van
de job gaat verloren als u een andere display opent zonder de data
op te slaan via de knop [ENTER].
10: Loop-Remix
Met deze job verdeelt u de sample automatisch in aparte
'slices' (segmenten) en herschikt u deze vervolgens
willekeurig voor het maken van speciale effecten en
ongebruikelijke ritmevariaties.
133
MOTIF XF Naslaggids