Controleren
Als de pomp vloeistoffen bij
hogere temperaturen verwerkt,
moet u controleren of de
expansielussen en -koppelingen
correct zijn geïnstalleerd.
Zorg dat alle leidingonderdelen,
kleppen en fittingen, en
pompvertakkingen schoon zijn
voordat u ze monteert.
Zorg dat u de isolatie- en
keerkleppen in de afvoerleiding
monteert.
Gebruik dempingsapparaten.
Uitlijningscriteria voor pompflenzen
Type
Axiaal
Parallel
Concentrisch U kunt de flensbouten eenvoudig met de hand installeren.
Controlelijst voor aanzuigleiding
Referentie voor prestatiecurven
VOORZICHTIG:
Varieer de capaciteit altijd met de regelklep in de afvoerleiding. Smoor nooit de stroom vanaf de
aanzuigkant. Deze actie kan leiden tot verminderde prestaties, onverwachte warmteontwikkeling en schade
aan apparatuur.
De beschikbare netto positieve opvoerhoogte (NPSH
(NPSH
Controles voor aanzuigleidingen
Controleren
Controleer of de juiste afstand tussen de inlaatflens van
de pomp en de dichtstbijzijnde kniebocht ten minste
vijf leidingdiameters bedraagt.
Controleer of kniebochten in het algemeen geen
scherpe bochten hebben.
Controleer of de aanzuigleiding een of twee maten
groter is dan de aanzuiginlaat van de pomp.
Installeer een excentrisch verloopstuk tussen de
pompinvoer en de aanzuigleiding.
Controleer dat het excentrisch verloopstuk op de
aanzuigflens van de pomp de volgende eigenschappen
heeft:
• Schuine zijde aan de onderkant
• Horizontale zijde aan de bovenkant
Model 3600, API 610 10th Edition (ISO 13709) Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Criteria
De dikte van de flenspakking is ± 0,8 mm.
Zorg ervoor dat de flens binnen de 0,025mm/mm tot 0,8 mm/mm van de flensdiameter valt.
), zoals wordt aangegeven bij de gepubliceerde prestatiecurve van de pomp.
R
Uitleg/opmerking
Dit helpt een foutieve uitlijning te voorkomen als gevolg
van de thermische expansie van de leidingen.
—
Zoek de keerklep tussen de isolatieklep en de pomp. U
kunt nu de keerklep inspecteren De isolatieklep is vereist
om de stroming te regelen en voor inspectie van en
onderhoud aan de pomp. De keerklep voorkomt dat de
pomp of dichtingen beschadigd raken door terugloop
door de pomp wanneer de aandrijving is uitgeschakeld.
Deze beschermen de pomp tegen stoten en waterslag als
snelsluitende kleppen in het systeem worden geïnstalleerd.
) moet altijd hoger zijn dan de vereiste NPSH
A
Uitleg/opmerking
Hierdoor wordt het risico op
cavitatie in de aanzuiginlaat van
de pomp door turbulentie
geminimaliseerd.
—
De aanzuigleiding mag nooit een
kleinere diameter hebben dan de
aanzuiginvoer van de pomp.
—
Installatie (vervolg)
Gecontrole
erd
Gecontroleerd
19