Onderhoud (vervolg)
7.
Behoud een nevengeschikt lagerbehuizingsniveau tijdens het aanpassen van de lagerbehuizing zodat u
een correcte instelling van het oliepeil krijgt.
8.
Controleer het centreren van de rotor een tweede keer met een voelermaat tussen de behuizingsringen
en de rotorbladringen en controleer de speling rond de omtrek.
Voor standaardspeling moet u een 0,076 mm (0,003 inch) voelermaat gebruiken. Voor API-speling
moet u een 0,152 mm (0,006 inch) voelermaat gebruiken. Maak op dezelfde manier kleine
aanpassingen aan de lagerbehuizingen.
9.
Controleer na deze aanpassing de TIR-boring van de as naar afdichtingskamer opnieuw.
Nevengeschikte meetwaarden moeten 0,127 mm (0,005 inch) of minder zijn. De laagste meetwaarde
moet 0,0635 mm (0,0025 inch) of minder zijn.
10. Haal de schroeven op de lagerbehuizing aan.
Controleer dat de TIR van de as tot afdichtingskamer niet is veranderd. Pas de lagerbehuizingen aan
tot er aan de TIR-criteria is voldaan terwijl de schroeven stevig zijn aangehaald.
11. Monteer een magnetische basismeetklok op het drukuiteinde van de as en duid het
behuizingsoppervlak van het kogellager aan.
De meetwaarden moeten binnen 0,076 mm (0,003 inch) liggen. Als de waarde overschreden wordt,
dan moet u de lagerbehuizing en het behuizingsoppervlak controleren en de afwijkingen verbeteren.
12. Boor geleidegaten, taps geruimde gaten voor de deuvelpennen en installeer de deuvels.
13. Verwijder de tijdelijke pasringen van onder de bus van de centrale behuizing door de bus te
verwijderen of door de rotor te verwijderen.
Monteer de behuizing
1.
Breng het bovenste gedeelte van de behuizing omlaag met behulp van tapse pennen om het onderste
gedeelte juist uit te lijnen.
Opmerking:
Breng een antivastlooppasta aan op de bouten en het oppervlak van de behuizing waar de bouten
contact maken.
80
Model 3600, API 610 10th Edition (ISO 13709) Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud