In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen (vervolg)
Koppelingsbescherming
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING:
• Stel de pomp NOOIT in werking wanneer de koppelingsbescherming niet correct is gemonteerd.
• Schakel altijd de de netspanning naar de aandrijving uit voordat u installatie- of onderhoudstaken gaat
uitvoeren. Als u de netspanning niet uitschakelt, kan dat leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
• De koppeling die in omgevingen met een ATEX-classificatie wordt gebruikt, moet gemaakt zijn van
materiaal dat geen vonken afgeeft.
Vereiste onderdelen
Deze onderdelen zijn vereist:
1.
Eindplaat, aandrijvingskant
2.
Eindplaat, pompkant
3.
Beschermingsgedeelte, 2 vereist
4.
3/8-16 moer, 3 vereist
5.
3/8 inch sluitring
6.
3/8-16 x 2 inch zeskantbout, 3 nodig
Koppelingsbescherming monteren
1.
Is de eindplaat (pompzijde) al gemonteerd?
•
•
a) Verwijder het afstandsstukgedeelte van de koppelingsbescherming.
b) Als de diameter van de koppelingsnaaf groter is dan de diameter van de opening in de eindplaat,
c) Verwijder het einddeksel van de druklagerschroeven.
d) Lijn de eindplaat uit met de eindafdekking van het druklager zodat de gaten in de eindplaat op één
e) Vervang de drie schroeven van de eindafdekking van de grondplaat en haal ze aan tot de waarden
f) Plaats de koppelingsnaaf (indien verwijderd) en het afstandsstuk van de koppeling terug.
Voer alle koppelingsafstellingen uit voordat u doorgaat met de koppelingsbeschermingsconstructie.
2.
Spreid de opening van de koppelingsbeschermingshelft iets en schuif deze over de eindplaat van de
pomp.
34
Model 3600, API 610 10th Edition (ISO 13709) Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
1
2
4
6
Zo ja: voer alle nodige afstellingen op de koppeling uit en ga dan verder met stap 2.
Zo niet: voer deze stappen uit:
Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de koppeling voor bijstand.
verwijdert u de koppelingsnaaf.
lijn liggen met de gaten in de eindafdekking.
die aangegeven zijn in de tabel Maximale aanhaalwaarden voor bevestigingen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de koppeling voor bijstand.
3
5