In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen (vervolg)
3.
Voor pure olienevel, sluit de afvoerleidingen op de aansluitingen van de uitlaat.
Dit is niet vereist voor pure olienevel.
Overstappen op olienevelsmering.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de leidingschroefdraden schoon zijn en breng afdichtingsmiddel voor schroefdraad aan op
pluggen en fittingen.
U kunt van ringolie op olienevelsmering overstappen bij pompen met een kogellagerconstructie. De radiale
en druklagerbehuizingen (134) hebben voorgeboorde aansluitingen voor olieverneveling:
• 1/4 inch NPT-aansluiting op de binnenboordkant van het huis
• 1/2 inch NPT-aansluiting op de buitenboordkant van het huis
Reinigingsolienevelsmering voorziet in een intermitterende olienevel in de lagerbehuizing. Dit systeem
gebruikt een oliereservoir in de behuizing en vereist de oliering en de smeerbus met constant niveau.
Zuivere olienevelsmering voorziet in een constante olienevel in de lagerbehuizing. Dit systeem gebruikt
geen oliereservoir, geen oliering, noch smeerbus met constant niveau. De aftapverbindingen in het
lagerhuis worden gebruikt als deel van het olierecirculatiesysteem.
1.
Vervang de 1/4 inch NTP-plug op de radiale behuizing door een olienevelfitting die door de fabrikant
van het olienevelsysteem wordt geleverd.
De 1/2 inch NPT-verbindingen blijven aangesloten want deze zijn niet nodig in het oliesysteem.
2.
Vervang de 1/4 inch NTP-plug op de drukbehuizing door een olienevelfitting Vervang de 1/2 inch
NPT-plug door een 1/2 ich tot 1/4 inch-bus en breng een olienevelfitting in die door de fabrikant van
het olienevelsysteem wordt geleverd.
40
Model 3600, API 610 10th Edition (ISO 13709) Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
A
Olienevelverbindingen
A.
Radiaal en druk
B.
Alleen druk
C.
Radiale en drukafvoer
B
134
C