Geavanceerde HemoSphere-monitor
5.3.7
Cockpitscherm
Dit bewakingsscherm, dat in afbeelding 5-13 wordt weergegeven, heeft grote parameterbollen met de
waarden van de betreffende bewaakte parameter. De parameterbollen van het cockpitscherm zijn een
grafische weergave van de waarden van de alarmzones en het doelwaardenbereik en op de bollen wordt met
een wijzernaald aangegeven in welk(e) bereik/zone de huidige parameterwaarde zich bevindt. Net als bij de
gebruikelijke parametertegels knippert de parameterwaarde in de bol als die zich in de alarmzone bevindt.
Op de hoofdparameterbollen op het cockpitscherm worden de indicatoren van doelwaarden en alarmzones
gedifferentieerder weergegeven dan op de standaard parametertegel. Er wordt op basis van het volledige
weergavebereik van de parameter een meter gemaakt die alle waarden weergeeft tussen de ingestelde
minimale en maximale waarde van de trendgrafieken. De huidige waarde op de cirkelvormige meterschaal
wordt met een wijzernaald aangegeven. Als de doelwaardebereiken zijn ingeschakeld, worden rood
(waardebereik met alarm), geel (waardebereik met melding) en groen (het acceptabele doelwaardebereik)
gebruikt om het doelwaardebereik en de alarmzones op de cirkelvormige meter aan te geven. Als de
(doel)waardebereiken niet zijn ingeschakeld, is het cirkelvormige metergebied grijs gekleurd en worden de
indicatoren voor het doelwaardebereik en de alarmzones verwijderd. Wanneer de waarden buiten het bereik
van de meterschaal vallen, treedt er als indicatie hiervoor een verandering in de wijzernaald op.
5.3.8
Fysiorelatie
Het fysiorelatiescherm geeft de balans weer tussen het zuurstoftoevoer (DO
(VO
). Het scherm wordt automatisch bijgewerkt wanneer parameterwaarden zich wijzigen en geeft dus
2
altijd de huidige waarden weer. De verbindingslijnen markeren de relaties tussen de parameters.
Afbeelding 5-13 Cockpitbewakingsscherm
101
5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor
) en het zuurstofverbruik
2