Download Print deze pagina

Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 44

Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere-monitor
Gebruik geen beschadigde onderdelen/sensoren of onderdelen/sensoren met blootliggende
elektrische contactpunten om een elektrische schok bij patiënt of gebruiker te voorkomen.
(hoofdstuk 11)
De bewakingsonderdelen van het HemoSphere niet-invasieve systeem zijn niet
defibrillatiebestendig. Ontkoppel het systeem voorafgaand aan defibrillatie. (hoofdstuk 11)
Gebruik alleen de compatibele Edwards -vingercuffs, hartreferentiesensor en overige accessoires
voor het HemoSphere niet-invasieve systeem, de kabels en/of onderdelen die zijn geleverd en
gelabeld door Edwards. Het gebruik van andere, niet-gelabelde accessoires, kabels en/of
onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen.
(hoofdstuk 11)
Verwijder altijd de sensoren en onderdelen van het HemoSphere niet-invasieve systeem bij de patiënt en
koppel de patiënt volledig los van het instrument voordat u de patiënt wast. (hoofdstuk 11)
Breng de drukregelaarband of de vingercuff(s) niet te strak aan. (hoofdstuk 11)
Plaats de drukregelaarband niet op beschadigde huid, omdat dit verdere schade kan veroorzaken.
(hoofdstuk 11)
Onjuiste plaatsing of maatvoering van de vingercuff kan leiden tot onnauwkeurige bewaking.
(hoofdstuk 11)
Gebruik het HemoSphere niet-invasieve systeem niet als een hartslagmonitor. (hoofdstuk 11)
Als het instrument wordt gebruikt tijdens bestraling van het gehele lichaam, moeten de
bewakingsonderdelen van het HemoSphere niet-invasieve systeem buiten het stralingsveld worden
gehouden. Als een bewakingsonderdeel wordt blootgesteld aan de straling, kunnen de
meetresultaten nadelig worden beïnvloed. (hoofdstuk 11)
Sterke magnetische velden kunnen zorgen voor storing van het instrument en brandwonden bij
de patiënt. Gebruik het instrument niet tijdens beeldvorming middels magnetische resonantie
(MRI-scan). Geïnduceerde stroom kan brandwonden veroorzaken. Het apparaat kan de MR-
afbeelding beïnvloeden en het MRI-apparaat kan de nauwkeurigheid van de metingen
beïnvloeden. (hoofdstuk 11)
Omwikkel het hoofddeel van de oximetriekabel niet met stof en leg hem niet direct op de huid van de
patiënt. Het oppervlak kan heet worden (tot wel 45 °C) en moet warmte kunnen afvoeren om het
interne temperatuurniveau te kunnen behouden. Er zal een softwarefout worden geactiveerd als de
interne temperatuur de grenzen overschrijdt. (hoofdstuk 12)
Bevestig dat de weergegeven gegevens overeenkomen met de huidige patiënt voordat u op Ja drukt
om de oximetriegegevens op te vragen. Het opvragen van onjuiste oximetriekalibratiegegevens en
demografische gegevens van de patiënt zal resulteren in onjuiste metingen. (hoofdstuk 12)
De Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) mag niet als enige worden gebruikt voor de
behandeling van patiënten. Aanbevolen wordt de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen
voordat met een behandeling wordt gestart. (hoofdstuk 13)
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen voor de geavanceerde
HemoSphere-monitor die zijn geleverd en gelabeld door Edwards. Het gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid
van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen. (bijlage B)
44
2 Veiligheid en symbolen

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Edwards HemoSphere