Geavanceerde HemoSphere-monitor
SVV of PPV, dP/dt en Ea
richtlijn voor een interveniërende behandeling van SV of SV en MAP.
13.1.10 Klinische validatie
Er zijn retrospectieve klinische validatieonderzoeken uitgevoerd voor het beoordelen van de diagnostische
werking van HPI bij het voorspellen van hypotensieve en niet-hypotensieve gebeurtenissen bij niet-
chirurgische patiënten (uitsluitend met minimaal invasieve bewaking van de arteriële radialislijn).
13.1.10.1 Chirurgiepatiënten
Er zijn drie onderzoeken uitgevoerd waarbij de diagnostische werking van HPI bij chirurgiepatiënten is
beoordeeld. Het eerste retrospectieve klinische validatieonderzoek, uitgevoerd voor het beoordelen van de
diagnostische werking van HPI bij het voorspellen van hypotensieve en niet-hypotensieve gebeurtenissen,
omvatte 52 chirurgiepatiënten. Tabel 13-5 bevat de demografische patiëntgegevens. Het aantal segmenten
voor hypotensieve gebeurtenissen dat is opgenomen in de analyse was 1058 en het totale aantal segmenten
voor niet-hypotensieve gebeurtenissen opgenomen in de analyse was 521.
Het tweede retrospectieve klinische validatieonderzoek, met 204 patiënten, biedt nader bewijs betreffende
de diagnostische werking van HPI bij het voorspellen van hypotensieve en niet-hypotensieve gebeurtenissen.
Tabel 13-5 toont de demografische patiëntgegevens. Het aantal segmenten voor hypotensieve
gebeurtenissen dat is opgenomen in de analyse was 1923 en het totale aantal segmenten voor niet-
hypotensieve gebeurtenissen opgenomen in de analyse was 3731.
Een aanvullend retrospectief klinisch validatieonderzoek, met 252 patiënten, biedt nader bewijs betreffende
de diagnostische werking van HPI bij het voorspellen van hypotensieve en niet-hypotensieve gebeurtenissen.
tabel 13-5 toont de demografische patiëntgegevens. Het aantal segmenten voor hypotensieve gebeurtenissen
dat was opgenomen in de analyse, was 317 en het totale aantal segmenten voor niet-hypotensieve
gebeurtenissen opgenomen in de analyse, was 2845.
Beschrijving
Aantal patiënten
Geslacht (man)
Leeftijd
BSA
De 52 chirurgiepatiënten met arteriële radialislijnbewaking kunnen verder worden onderverdeeld in twee
groepen – patiënten die niet-cardiochirurgie met hoog risico ondergingen (n=25, 48,1%) en patiënten die
een leveroperatie ondergingen (n=27, 51,9%).
De 204 chirurgiepatiënten met arteriële radialisbewaking kunnen verder worden onderverdeeld – patiënten
die neurochirurgie (n=73, 35,8%), abdominale chirurgie (n=58, 28,4%), algemene thoraxchirurgie (n=8,
3,9%), hartchirurgie (n=6, 3,0%) en overige chirurgie (n=59, 28,9%) ondergingen.
zijn bedoeld als integratieve parameters ter ondersteuning van beslissingen als
dyn
Tabel 13-5 Demografische patiëntgegevens (chirurgiepatiënten)
Klinisch
validatieonderzoek,
arteriële radialislijn
(N=52)
52
29
58,3 ± 11,3
1,8 ± 0,2
227
Klinisch
validatieonderzoek,
arteriële radialislijn
(N=204)
204
100
56,7 ± 14,4
1,9 ± 0,3
13 Geavanceerde eigenschappen
Klinisch
validatieonderzoek, niet-
invasieve bloeddruk
(N=252)
252
112
54 ± 16
1,9 ± 0,2