Geavanceerde HemoSphere-monitor
13.1.5
HPI-indicator op informatiebalk uitschakelen
De HPI-indicator op de informatiebalk uitschakelen:
Raak het pictogram Instellingen aan.
1
2
Raak de knop Geavanceerde instelling aan en voer het vereiste wachtwoord in.
Raak de toets Parameterinstellingen aan.
3
Raak de toets HPI-instellingen aan.
4
Raak de wisseltoets 'Altijd waarschuwen als HPI te hoog is' aan om de optie op Uit te zetten.
5
Raadpleeg afbeelding 13-4.
Om de HPI-informatiebalkindicator weer in te schakelen, herhaalt u de stappen 1-4 en schakelt u de
selectieknop in stap 5 naar Aan.
Afbeelding 13-4 Parameterinstellingen – Hypotensievoorspellingsindex
De HPI-functie blijft beschikbaar, zelfs als HPI niet wordt weergegeven op het scherm. Als HPI is
geconfigureerd als een hoofdparameter, verstuurt de parameter alarmen of meldingen zoals beschreven
in HPI-alarm op pagina 220.
13.1.6
HPI-pop-upmelding met hoge prioriteit
Als HPI gedurende twee opeenvolgende updates na 20 seconden hoger is dan 85 of op enig moment de
100 bereikt, verschijnt de HPI-pop-upmelding met hoge prioriteit. Raadpleeg afbeelding 13-5. Deze pop-up
raadt u aan de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen en wordt weergegeven als HPI is geconfigureerd
als hoofdparameter of verschijnt in de informatiebalk.
WAARSCHUWING
De Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) mag niet als enige worden
gebruikt voor de behandeling van patiënten. Aanbevolen wordt de
hemodynamiek van de patiënt te beoordelen voordat met een behandeling
wordt gestart.
221
13 Geavanceerde eigenschappen
op het tabblad Instellingen
.