Geavanceerde HemoSphere-monitor
Raadpleeg bijlage E om er zeker van te zijn dat de berekeningsconstante hetzelfde is als gespecificeerd
•
in de bijsluiter bij de katheter. Indien de berekeningsconstante afwijkend is, voer dan de gewenste
berekeningsconstante handmatig in. (hoofdstuk 9)
Plotselinge veranderingen in de bloedtemperatuur in de longslagader, zoals veroorzaakt door
•
bewegingen van de patiënt of door toediening van het bolusmiddel, kunnen ervoor zorgen dat een
iCO- of iCI-waarde wordt berekend. Injecteer zo snel mogelijk na het verschijnen van de melding
Injecteren, om zo foutief geactiveerde curves te voorkomen. (hoofdstuk 9)
Gebruik een FloTrac-sensor of TruWave-transducer niet na de aangegeven 'Uiterste gebruiksdatum'.
•
Bij producten die na deze datum worden gebruikt, kunnen de prestaties van de transducer of de slang
verslechterd zijn, of kan de steriliteit aangetast zijn. (hoofdstuk 10)
De effectiviteit van FT-CO-metingen bij pediatrische patiënten is niet geëvalueerd. (hoofdstuk 10)
•
Onnauwkeurige FT-CO-metingen kunnen worden veroorzaakt door factoren zoals: • onjuist
•
genulde en/of genivelleerde sensor/transducer • overmatig of onvoldoende gedempte druklijnen
• overmatige variaties in bloeddruk. Enkele aandoeningen die BD-variaties veroorzaken omvatten,
maar zijn niet beperkt tot: * intra-aortale ballonpompen • elke klinische situatie waarbij de arteriële
druk wordt beschouwd als onnauwkeurig of niet representatief voor de aortadruk, inclusief maar
niet beperkt tot: * extreme perifere vasoconstrictie die resulteert in een aangetaste radiale arteriële
drukgolfvorm * hyperdynamische omstandigheden, zoals na een levertransplantatie (hoofdstuk 10)
Pak bij het aansluiten of loskoppelen van kabels altijd de connector vast, niet de kabel zelf.
•
(hoofdstuk 10)
Verdraai of verbuig de connectoren niet. (hoofdstuk 10)
•
Om beschadiging aan de kabel te voorkomen, mag u niet te veel kracht uitoefenen op de nulknop
•
van de drukkabel. (hoofdstuk 10)
De effectiviteit van het HemoSphere niet-invasieve systeem is niet onderzocht bij patiënten jonger
•
dan 18 jaar. (hoofdstuk 11)
Pak bij het aansluiten of loskoppelen van kabels altijd de connector vast, niet de kabel zelf. Verdraai
•
of verbuig de connectoren niet. Controleer vóór gebruik of alle sensoren en kabels juist en volledig
zijn aangesloten. (hoofdstuk 11)
Zorg ervoor dat de HRS juist wordt aangebracht zodat die op gelijk niveau met de flebostatische as kan
•
worden gebracht. (hoofdstuk 11)
De bewakingsonderdelen van het HemoSphere niet-invasieve systeem zijn niet
•
defibrillatiebestendig. Ontkoppel het systeem voorafgaand aan defibrillatie. (hoofdstuk 11)
Voor patiënten met extreme contracties van de gladde spieren in arteriën en arteriolen in de
•
onderarm en hand, bijvoorbeeld bij patiënten met de ziekte van Raynaud, kan het meten van de
bloeddruk onmogelijk zijn. (hoofdstuk 11)
47
2 Veiligheid en symbolen