Geavanceerde HemoSphere-monitor
OPMERKING
Nadat het type interventie is geselecteerd, wordt de indicator die de interventie aanduidt bij alle grafieken
visueel weergegeven. Deze indicator kan worden geselecteerd voor meer informatie. Er wordt een
informatieballon geopend nadat de indicator is aangeraakt. Zie Afbeelding 5-9, "Trendgrafiekscherm –
informatieballon voor interventie," op pagina 96. De informatieballon vermeldt de specifieke interventie,
datum, tijd en opmerkingen in verband met de interventie. De gebruiker kan de tijd, datum en opmerkingen
in verband met de interventie bewerken door de knop voor bewerken aan te raken. De ballon wordt gesloten
door de knop voor afsluiten aan te raken.
OPMERKING
Bewerken van interventies. Voor elke interventie kunnen de tijd, datum en opmerkingen die erbij zijn
ingevoerd, worden bewerkt:
Raak de indicator voor de interventiegebeurtenis
1
interventie hoort.
Raak het pictogram voor bewerken
2
Raak Tijd aanpassen aan om de tijd van de geselecteerde interventie te wijzigen en voer de
3
nieuwe tijd in op het toetsenblok.
Raak Datum aanpassen aan om de datum te wijzigen en voer de nieuwe datum in op het
4
toetsenblok.
OPMERKING
5
Raak het toetsenbordpictogram
6
Raak het Enter-pictogram
Afbeelding 5-9 Trendgrafiekscherm – informatieballon voor interventie
Interventies die worden gestart via het menu klinische hulpmiddelen, zoals
oximetrie of vloeistofresponsiviteitstesten, zijn door het systeem gegenereerde
interventies en kunnen niet via het interventieanalysemenu worden ingevoerd.
De informatieballon verdwijnt na 2 minuten.
in de informatieballon aan.
De datum of tijd bij door het systeem gegenereerde indicatoren voor
interventies kan niet worden gewijzigd.
aan om opmerkingen in te voeren of te bewerken.
aan.
96
5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor
aan die bij de te bewerken