Geavanceerde HemoSphere-monitor
2.2 Waarschuwingen
Hieronder staan de waarschuwingen die worden gebruikt in de bedieningshandleiding van de geavanceerde
HemoSphere-monitor. Ze zijn in de handleiding opgenomen waar dit relevant is voor de functie of ingreep
die wordt beschreven.
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig voordat u probeert de geavanceerde HemoSphere-monitor
•
van Edwards te gebruiken.
Raadpleeg de gebruiksinstructies die worden meegeleverd met elke compatibele accessoire voordat
•
u deze gebruikt met de geavanceerde HemoSphere-monitor.
Gebruik geen beschadigde of niet-compatibele platformaccessoires, onderdelen of kabels om letsel
•
aan de patiënt of gebruiker, schade aan het platform of onnauwkeurige metingen te voorkomen.
Onjuist gebruik van de geavanceerde HemoSphere-monitor kan een gevaar opleveren voor de
•
patiënt. Lees vóór gebruik van het platform de sectie 'Waarschuwingen' in hoofdstuk 2 van deze
handleiding zorgvuldig door. (hoofdstuk 1)
De geavanceerde HemoSphere-monitor is uitsluitend bedoeld voor gebruik bij beoordeling van
•
patiënten. Dit instrument moet worden gebruikt in combinatie met een fysiologische bedmonitor
en/of klinische ziekteverschijnselen en symptomen. Als hemodynamische waarden die zijn
verkregen met het toestel niet overeenkomen met het klinische beeld van de patiënt, verdient het
aanbeveling de problemen eerst op te lossen voordat u start met behandelopties. (hoofdstuk 1)
ECG-signaalinvoer en alle parameters afgeleid van hartslagmetingen zijn niet beoordeeld bij
•
pediatrische patiënten en zijn daarom niet beschikbaar voor die patiëntengroep. (hoofdstuk 1)
Schokgevaar! Probeer de systeemkabels niet aan te sluiten/los te koppelen met natte handen.
•
Zorg, voordat u systeemkabels loskoppelt, dat uw handen droog zijn. (hoofdstuk 3)
Explosiegevaar! Gebruik de geavanceerde HemoSphere-monitor niet in de aanwezigheid
•
van brandbare anesthetische mengsels met lucht of met zuurstof of stikstof. (hoofdstuk 3)
Zorg dat de geavanceerde HemoSphere-monitor stevig staat of gemonteerd is en dat alle snoeren
•
en accessoirekabels zo geordend zijn dat het risico op letsel bij patiënten en gebruikers of schade
aan de apparatuur wordt beperkt. (hoofdstuk 3)
Stapel geen andere apparatuur of items bovenop de geavanceerde HemoSphere-monitor.
•
(hoofdstuk 3)
De geavanceerde HemoSphere-monitor moet rechtop worden geplaatst om IPX1-bescherming
•
tegen indringing te garanderen. (hoofdstuk 3)
Laat geen vloeistoffen op het bewakingsscherm komen. Een ophoping van vloeistof kan de
•
functionaliteit van het aanraakscherm uitschakelen. (hoofdstuk 3)
Plaats de monitor niet zo dat het lastig is om de poorten op het achterpaneel of de netsnoer
•
te bereiken. (hoofdstuk 3)
40
2 Veiligheid en symbolen