Download Print deze pagina

Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 43

Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere-monitor
CO-bewaking moet altijd worden gestaakt wanneer de bloedstroming rond het thermische filament
is gestopt. Klinische situaties waarin de CO-bewaking moet worden gestaakt omvatten, maar zijn niet
beperkt tot: • tijdsperioden waarin een patiënt een cardiopulmonale bypass ondergaat; • gedeeltelijke
terugtrekking van de katheter zodat de thermistor zich niet in de longslagader bevindt; • het verwijderen
van de katheter uit de patiënt. (hoofdstuk 9)
PATIËNTEN MET EEN PACEMAKER – (hart)slagmeters kunnen het tempo van de pacemaker
blijven tellen tijdens het optreden van een hartstilstand of bepaalde aritmieën. Vertrouw niet alleen op
de weergegeven hartslag. Houd patiënten met een pacemaker goed in de gaten. Raadpleeg tabel A-5
op pagina 283 voor informatie over de capaciteit voor het afwijzen van pacemakerpulsen van dit -
instrument. (hoofdstuk 9)
Het geavanceerde HemoSphere-bewakingsplatform moet in de volgende omstandigheden
niet gebruikt worden voor het meten van de hartslag en parameters die van de hartslag kunnen
worden afgeleid bij patiënten die interne of externe ondersteuning nodig hebben door stimulatie:
• de synchronisatie-uitvoer van de pacerpuls van de bedmonitor bevat de pacerpuls, maar de
kenmerken vallen buiten de mogelijkheden voor het afwijzen van pacemakerpulsen die zijn
gespecificeerd in tabel A-5; • de kenmerken van de synchronisatie-uitvoer van de pacerpuls van
de bedmonitor kunnen niet worden vastgesteld. (hoofdstuk 9)
Let op mogelijke discrepanties in de hartslag (HRgm) met de hartslag van de patiëntenmonitor en de
weergave van de ECG-golfvorm wanneer u afgeleide parameters interpreteert, zoals SV, EDV, RVEF
en gerelateerde indexparameters. (hoofdstuk 9)
FloTrac-, Acumen IQ-sensoren, TruWave-transducers of -katheters mogen niet opnieuw worden
gesteriliseerd of worden hergebruikt; raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de katheter. (hoofdstuk 10)
Gebruik FloTrac-, Acumen IQ-sensoren, TruWave-transducers of -katheters die nat of beschadigd
zijn of waarvan de elektrische contactpunten blootliggen niet. (hoofdstuk 10)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij elk accessoire is geleverd voor specifieke instructies voor het
plaatsen en gebruiken ervan en voor WAARSCHUWINGEN, AANDACHTSPUNTEN en
specificaties. (hoofdstuk 10)
Wanneer de drukkabel niet wordt gebruikt, moet de blootliggende kabelconnector worden
afgeschermd tegen vloeistoffen. Vocht in de connector kan resulteren in storing in de kabel
of onnauwkeurige drukmetingen. (hoofdstuk 10)
Gebruik het geavanceerde HemoSphere-bewakingsplatform niet als pulsfrequentie-
of bloeddrukmonitor. (hoofdstuk 10)
Componenten die niet zijn aangeduid als TOEGEPAST ONDERDEEL mogen niet op een locatie
worden geplaatst waar de patiënt in contact kan komen met het onderdeel. (hoofdstuk 11)
De onderdelen van het HemoSphere niet-invasieve systeem niet steriliseren. Het HemoSphere niet-
invasieve systeem wordt niet-steriel geleverd. (hoofdstuk 11)
Raadpleeg de reinigingsinstructies. Het instrument niet desinfecteren middels autoclaveren of
sterilisatie met gas. (hoofdstuk 11)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij elke accessoire is geleverd voor specifieke instructies voor
plaatsing en gebruik, en voor relevante WAARSCHUWINGEN, AANDACHTSPUNTEN en
specificaties. (hoofdstuk 11)
43
2 Veiligheid en symbolen

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Edwards HemoSphere