7.
Druk meermalen op
deel, te zien, het imaginaire deel van een complexe wortel. De graad van
de veelterm is dezelfde als het aantal wortels.
8. Voor een nieuwe veelterm gaat u naar stap 3.
A tot en met E
Coëfficiënten van veelterm; tijdelijke opslag.
F
Graad van de veelterm; tijdelijke opslag.
G
Tijdelijke opslag.
H
Wijzer naar de coëfficiënten.
X
De waarde van een reële wortel, of het reële deel van een
complexe wortel
i
Het imaginaire deel van een complexe wortel, ook gebruikt
als indexvariabele.
Voorbeeld 1:
Bepaal de wortels van x
Invoer:
(In de RPN–stand)
P
5
1
101
101
100
100
15–32
Wiskundige programma's
om de andere wortels te zien, of om i = imaginair
5
4
3
– x
– 101x
+101x
Weergave:
waarde
waarde
waarde
waarde
waarde
waarde
2
+ 100x – 100 = 0.
Uitleg:
Starts het programma; vraagt
om de graad.
Slaat 5 op in F; vraagt om E.
Slaat –1 op in E; vraagt om D.
Slaat –101 op in D. vraagt om
C.
Slaat 101 op in C; vraagt om
B.
Slaat 100 op in B; vraagt om
A.
Slaat –100 op in A; berekent
de eerste wortel.
Berekent de tweede wortel.
Geeft de derde wortel weer.